De Nederlandse taal leren aan mensen uit bijvoorbeeld Turkije, Syrië, Oekraïne enzovoorts. Steeds meer mensen, ook in Vught, doen dit en voorlopig zijn er dan ook voldoende taalcoaches. Hoe gaat dat eigenlijk die lessen en gesprekken en waarom is het zo leuk om iemand de Nederlandse taal te leren? Daarover was in Blikveld Ottie Thiers aan het woord.
Thiers is anderhalf jaar taalcoach en is daar enthousiast over. Het is niet alleen leuk om te doen, maar is vooral ook zinvol om gemotiveerde mensen wegwijs te maken in het Nederlands en daarnaast ook met andere problemen. Het is natuurlijk wel een uitdaging. De ‘taalmaatjes’ – de medeburgers uit Turkije, Oekraïne en andere landen – zijn gemotiveerde mensen die in Nederland om verschillende redenen, als arbeidsmigrant of als vluchteling, in Nederland terecht gekomen zijn. Zij volgen allemaal een – verplichte – inburgeringscursus. De taalcoaches zijn de mensen die met hen vooral veel oefenen met luisteren en spreken. Het kunnen lezen wordt sneller aangeleerd dan het spreken.
Doorgaans zijn de mensen die zich aanmelden – want het initiatief moet wel vanuit henzelf komen – redelijk geschoold en spreken zij al een woordje Engels. De deelnemers zitten veelal op ‘school’ op het Koning Willem I College in ‘s-Hertogenbosch. De ervaring is dat zij, dankzij ook hun taalcoach, grote stappen maken wat betreft het Nederlands. Het aanleren van een nieuwe taal verloopt overigens het snelst bij kinderen in de basisschoolleeftijd. Bij de groep tussen de dertien en twintig jaar gaat dat het moeilijkst. In de praktijk is een taalcoach een uur per week met de leerling bezig.
Meer over taalcoaches in Vught kunt u vinden op de website van de Stichting Welzijn Vught: http://www.welzijnvught.nl.
Het hele interview kunt u terugluisteren via onderstaand audiofragment.
Presentatoren: Berry van de Water en Peter Corvers; Techniek en editor: Ralph van Dongen.