Home Zorg & welzijn Deelkastjes helpen Vughtenaren die het financieel moeilijk hebben

Deelkastjes helpen Vughtenaren die het financieel moeilijk hebben

Ze staan door heel Vught: kastjes, met daarin levensmiddelen, verzorgingsproducten en zelfs speelgoed. Door hun witte kleur springen ze meteen in het oog: “Het is een witte zee van deelkastjes aan het worden en daar ben ik ongelofelijk trots op”, aldus initiatiefnemer Josée Klijn.

Klijn is inderdaad maar wat trots, op al die deelkastjes, die door Vught en Helvoirt verspreid staan. Maar, benadrukt ze: “Het is helaas hard nodig, en dat is heel schrijnend.” Klijn kwam op het idee voor de deelkastjes, toen ze in gesprek raakte met een echtpaar uit Vught dat al een eigen deelkastje in hun voortuin had staan. “Dat wilde ik ook”, vertelt ze. “Dus ik heb in eerste instantie de gemeente benaderd, en die verwezen me door naar Wij Omarmen en Charlotte van Beuningen. Beide partijen waren meteen enthousiast. Zo is het balletje gaan rollen.”

(Tekst loopt verder onder de video)

Het idee is simpel: iedereen mag iets achterlaten in de kastjes, zodat iemand die het wat minder heeft, dit er vervolgens uit kan pakken. Dit mag van alles zijn, maar er is extra vraag naar houdbare levensmiddelen en verzorgingsproducten, en dan in het bijzonder maandverband, tampons en scheerschuim.

Ambassadeurs

Elk kastje heeft zijn eigen ambassadeur, vertelt Klijn: “Deze mensen houden in de gaten wat er in het kastje staat. Elke maand komen we bij elkaar en dan bespreken waar we tegen aanlopen. Vaak dragen ze dan enorm goede ideeën aan, waar ik heel blij mee ben. Ik ben echt ongelofelijk trots op ze”, glundert ze.

Jos en Monique Tychon zijn twee van die ambassadeurs. Samen beheren zij het deelkastje aan het Turfpad. “We controleren de datums van de producten: als iets over de datum is, dan halen we dat eruit”, legt Jos Tychon uit. “Ook zetten we zelf meestal iets in het kastje: we hebben namelijk gemerkt dat als het kastje eenmaal leeg is, het ook leeg blijft. En dat is zonde. Als wij er zelf iets in zetten, dan stimuleert dat ook anderen weer om er iets bij te zetten.”

Géén fris en alcohol

Zijn er dan ook dingen die niet in het kastje mogen? “Jazeker”, zegt Tychon. “Alcohol en frisdranken halen we er meteen uit. Dat heeft te maken met het feit dat de kastjes gewoon openbaar zijn en soms wil er nog weleens jeugd langskomen, die het dan wel heel verleidelijk vindt om dat mee te nemen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling; het is echt bedoeld voor de mensen die het wat minder hebben.”

‘Tweelingkastje’

Jeanne Kaiser is ook een van de ambassadeurs. Kaiser heeft een wel heel bijzonder kastje onder haar hoede: het ‘tweelingkastje’ aan het Bongerdpad. “Ik heb een ‘normaal’ deelkastje, dus met levensmiddelen en verzorgingsproducten”, vertelt ze. “En daarbij heb ik een bibliotheekkastje. Daar stoppen mensen boeken in, maar ook puzzels en spelletjes. Dat loopt heel goed. Ik moet het kastje vaak iedere dag bijvullen. Dus daar ben ik maar wat trots op; ook op het feit dat iedereen uit mijn buurt zo vrijgevig is.”

Stille armoede

De kastjes zijn dus speciaal bedoeld voor mensen die tussen wal en schip vallen. “Die stille armoede, die hebben we in Vught ook”, stelt Tychon. “Mensen schamen zich om te zeggen, ‘ik heb last van armoede’, maar daar hebben we iets op bedacht. Bij mij in de tuin bijvoorbeeld, daar hebben we het kastje een beetje verdekt opgesteld achter een boom. Dan hebben de mensen die er iets uit halen wat privacy en kunnen ze in alle rust iets uit het kastje halen.” Op de producten zit daarbij ook nog een sticker van Wij Omarmen, zodat mensen weten waar ze terecht kunnen als ze de eindjes niet meer aan elkaar geknoopt krijgen.

Op dit moment zijn er negen kastjes, maar er zijn plannen om een tiende kastje in Cromvoirt neer te gaan zetten, vertelt Klijn: “We weten nog niet wanneer, maar dat kastje gaat er wat ons betreft komen. We willen ook heel graag meer kastjes in Helvoirt, daar staan er nu twee.” De ambassadeurs zijn in ieder geval blij met meer kastjes, ook al is de aanleiding verdrietig. Kaiser: “Ook in ons dorp heb je armoede. Dus het is heel goed dat dit er is.”