Juni 2021 wordt een van de belangrijkste maanden in het (voort)bestaan van FC Den Bosch. Niet op sportief gebied op het veld, maar in de rechtbank wordt een oordeel geveld over de schuldvraag, die voormalig geldschieter Jordania tegen de Bossche club heeft aangespannen. De Georgiër wil 1,8 miljoen terug van FC Den Bosch, dat volgens hem geld had uitgegeven zonder zijn toestemming. De Bossche club ontkent dit in alle toonaarden en stelt zelfs bijna 4 ton tegoed te hebben van zijn voormalige geldschieter. Beiden kregen van rechter Schollens destijds 2 weken de tijd om er samen uit te komen, maar dit mislukte. Nu gaat de rechter op 9 juni uitspraak doen in deze slepende kwestie. Bij de club zijn ze intern optimistisch, maar dat waren ze eerder bij de licentie overname van Jordania ook en kregen na een jaar getreuzel alsnog het deksel op de neus van de KNVB. Dat bracht uiteraard een aardverschuiving teweeg, die nog dagelijks bij de club merkbaar is op sportief en financieel terrein. Behalve bij de club wachten ook de mogelijke Amerikaanse en Bossche ondernemers gespannen op de uitspraak van de rechter. Deze zal zeker van invloed zijn op de bereidheid om het broodnodige geld te steken in de Bossche club. Deze financiële injectie bepaalt in hoeverre FC Den Bosch komend seizoen op sportief vlak omhoog kan kijken.