Henk Smeets, voorzitter van het Vughts Museum en te gast bij Blikveld van NOVO3, is op zoek naar familieleden van zes mensen, vijf mannen en één vrouw, die door Charles Grips geschilderd zijn. Deze bekende schilder, afkomstig uit Grave, kwam in 1881 in Vught wonen en bouwde een huis op het Marktveld dat tegenwoordig het ‘Gripshuis’ heet. Het Vughts Museum heeft op haar website de zes kleine portretten geplaatst en hoopt op herkenning door familieleden. De mensen die door Charles Grips geschilderd zijn, kunnen overigens ook uit een ander dorp komen, dus het wordt een bijzondere zoektocht.
Deze portretten worden binnenkort geëxposeerd in DePetrus. Grips heeft in zijn leven interieurtjes, portretten en scenes uit een binnenhuis geschilderd. Hij verkocht zijn werken in Frankrijk, Engeland, Amerika en België.
Grips was misschien geen rijke schilder, maar was wel in staat om zijn eigen huis te bouwen op de Markt in Vught. Grips heeft later ook veel religieuze werken geschilderd voor de Petruskerk, die overigens nog steeds vol hangt met werken van Grips.
In november van dit jaar is het 100 jaar geleden dat Grips overleed en op 6 september start de tentoonstelling van Grips in DePetrus in Vught, die door het Vughts Museum wordt georganiseerd.
Er zijn nog meer prachtige werken te bezichtigen in DePetrus, want ter gelegenheid van het overlijden van Aart van Woensel, een Vughtse leerkracht en kunstenaar, is door het Vughts Museum een herdenkingstentoonstelling georganiseerd. Henk Smeets heeft Aart persoonlijk gekend en noemt hem een vriendelijke bescheiden man die erg geliefd was bij zijn leerlingen. Aart van Woensel heeft een groot deel van zijn werk aan het Vughts Museum geschonken en vond ook dat zijn werk hier thuishoorde. Aart schilderde landschappen, huizen, gebouwen, natuur- en stadsgezichten.
Henk Smeets is ook blij met het feit dat verzetshelden uit Vught eindelijk de eer krijgen die ze verdienen. Er zijn én worden nieuwe straten in Vught noord vernoemd naar mensen die in de oorlog hulp hebben geboden of verzetsactiviteiten hebben verricht vanuit Vught met risico voor eigen leven. De eerste vier namen zijn Harrie Holla, Willem Jooren, Eelkje Timminga en Jo van den Meerendonk.
Harrie Holla verspreidde in de oorlog een illegaal blad en bood hulp aan onderduikers en nam een Joodse baby in huis en deed alsof het zijn ‘eigen dochter’ was. Willem Jooren, de stationchef, heeft door zo nu en dan de treindeur niet af te sluiten of door mensen te vermommen, gedeporteerde Joodse en politieke gevangenen gered van een vreselijke dood. Eelkje Timminga heeft hulp geboden aan de gevangenen in Kamp Vught en hun familieleden. Jo van den Meerendonk, de vaste elektricien van Kamp Vught, smokkelde briefjes in zijn soldeerbout en nam net als Harrie Holla ook een Joods kind in huis dat uiteindelijk ook de oorlog overleefde.
In een volgende bouwfase worden nog andere namen uit de oorlogstijd aan de straten van Vught noord verbonden. De portretten van voornoemde helden zijn levensgroot in de gevels aangebracht in de straten die naar hen zijn vernoemd. Er is wel discussie over, want sommige mensen willen geen portret op hun huis en andere mensen verdiepen zich door deze portretten juist in de geschiedenis van deze personen.
Presentatie: Berry van de Water en Erik Overman.
Techniek: Maurice van der Vliet.
Luister hier naar het volledige interview van Blikveld met Henk Smeets van het Vughts Museum.
Bron foto’s: website Vughts Museum (www.vughtsmuseum.nl)
