Waterschapsbestuurslid Mado Ruys, van Waterschap De Dommel, was afgelopen zaterdag in Blikveld om de plannen van het waterschap binnen het uitgewerkte waterbeheerbeleid in Nederland in onze omgeving toe te lichten en van achtergronden te voorzien. Klimaatadaptatie is het kernbegrip bij wat het waterschap als opdracht heeft. Ook al is er in het recente verleden heel wat neerslag in onze omgeving terechtgekomen, dan heeft dat er absoluut niet toe bijgedragen dat het watertekort dat in de afgelopen drie droge jaren is opgebouwd geheel gecompenseerd is. Alles wat in de afgelopen weken ‘gevallen’ is, is terecht gekomen in de bovenste grondwaterlaag en is inmiddels al weer aan het ‘verzakken’, waardoor de ‘bovengrondse’ natuur er bij wijze van spreken niet meer bij kan.
Het bijzondere van Waterschap de Dommel is, dat het beschikbare water alleen afkomstig is van de neerslag, omdat de Dommel een regenrivier is. Het waterschap kan geen ‘hulp’ verwachten van het water van de grote rivieren, zoals de Maas. Met als gevolg dat de voorgenomen structurele stijging van de grondwaterspiegel met 20 cm, tot 40 cm in de komende 4 jaar, een delicate operatie is omdat het moet gebeuren met het aanwezige water. De noodzaak waterbuffers te realiseren is groot en dat onderstreept nog eens het belang van bijvoorbeeld de vijvers in Vught en de plassen elders in de omgeving. In feite moet er water gespaard worden en dat is eigenlijk een ommezwaai in het denken over water in deze regio: men deed er alles aan om het water zo snel mogelijk kwijt te raken.
Mado Ruys heeft het in het audiofragment hieronder ook over de functies van de Bossche Broek en van de Helvoirtse Broek. Ze heeft het ook over de landgoederen in Vught en de partijen met wie het waterschap om de tafel moet zitten om de doelen te realiseren. Ook het functioneren van het Waterschap als functioneel openbaar bestuur komt aan de orde: waarom hebben de landbouw en natuur nog ‘geborgen’ zetels in het waterschapsbestuur.
Presentatie: Peter Corvers en Erik Overman.
Techniek: Maurice van der Vliet.