Oud-voorzitter van Prins Hendrik, maar ook oud-algemeen directeur van – toen – KNAU en nu ‘Atletiekunie’ Rien van Haperen was zaterdag te gast in Blikveld om daar terug te kijken op de succesvolle atletiekdelegatie in Tokio. Een ongekend groot aantal Olympische medailles voor het hele Team NL (36), waarvan maar liefst 8 voor de atleten. Dat vraagt om een verklaring en dan is een van de mensen die daar met enig gezag over kan spreken de oud-algemeen directeur van de KNAU. Hij was het immers die in 2005 mede de overplaatsing van het Bondsbureau naar Papendal vorm gaf en ook aan de wieg stond – mede met het NOC/NSF – van de kansen voor sporters om full-time met hun sport bezig te zijn. Niet alleen atleten overigens, maar ook andere sporters. Voor de atletiek ontstond zo het ‘Papendal-model’. Dat moest wel leiden tot meer samenwerking tussen sporters en coaches en was er uiteraard ruimte om te dromen. Essentieel blijft voor elke sport dat de topcoaches bij zichzelf ruimte vrijmaken om van elkaar te te leren. Het succes van de atleten nu bestendigen zal voor een groot deel afhangen van de manier waarop voortgebouwd wordt op de know-how van nu. Probleem is niet het ontbreken van faciliteiten. Het Nederlands Olympisch Comité zal samen met de Nederlandse Sportfederatie moeten blijven investeren in de verschillende sportbonden.
Waar Rien van Haperen het meest van genoten heeft van de spelen, hoe hij de rol van de ‘chefs de mission’ ziet en waarom Siffan Hassan een eigen weg gekozen heeft, kunt u horen op onderstaand audiofragment.
Presentatie: Peter Corvers en Erik Overman.
Techniek: Ralph van Dongen.
