De band met de aandeelhouders verder versterken en veel van elkaar leren op voetbalgebied. Dat was volgens FC Den Bosch-directeur Tommie van Alphen het belangrijkste doel van het uitstapje naar China van de afgelopen week.
Van Alphen was samen met technisch directeur Bernard Schuiteman en adviseur Dries Boussatta te gast in Xi’an in de provincie Shaanxi. Zoals bekend is FC Den Bosch voor een groot deel in handen van vier Aziatische investeerders. Een deel van hen heeft ook aandelen in de profclub Shaanxi Union, waar de Bossche delegatie ook langs ging.
Daar konden beide partijen nog wat van elkaar leren, aldus Tommie van Alphen: “Wij hebben vooral veel verteld over voetbal en over onze visie op het ontwikkelen van een eigen speelstijl, een team en talentontwikkeling van individuele spelers, profs en jeugdspelers. Ook scouting was een thema, net als de bredere rol die een voetbalclub in een stad kan hebben. Zeg maar de dingen om de club heen en de randvoorwaarden. Dat is bij ons natuurlijk wel gemakkelijker, alleen al omdat het hier kleinschaliger is. Zij zijn erg ver op het gebied van sponsoruitingen in het stadion, wij zijn in algemene zin verder als het gaat om sportsponsoring. Zij zijn ook erg sterk in streaming, content-creatie en merchandise.”
Volgens Van Alphen was het een erg nuttig werkbezoek, omdat de club en de aandeelhouders elkaar nu nog beter hebben leren kennen: “De rolverdeling is nog duidelijker geworden. Onze aandeelhouders zijn niet slechts geldverstrekkers, ze denken echt mee over ontwikkeling en met oog voor het DNA van FC Den Bosch. Vanuit hun eigen cultuur en netwerk kijken ze waar ze een plusje kunnen zijn op de activiteiten die wij ondernemen.”