Het college van B en W van Den Bosch is teleurgesteld in de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Die presenteerde een voorstel over de invoering van een landelijke uitzondering van zero-emissiezones voor ondernemers aan de ministerraad terwijl gesprekken met gemeenten nog gaande waren. Het gemeentebestuur, dat geen voorstander van de uitzondering is, voelt zich buitenspel gezet en benadrukt dat er nog geen akkoord was bereikt.
Den Bosch is samen met drie andere gemeenten al langere tijd in gesprek met de staatssecretaris. In een motie wordt de bewindspersoon opgeroepen om, bijvoorbeeld, een uitzondering te maken voor ondernemers in zogeheten zero-emissiezones, plekken waar bepaalde bedrijfsauto’s niet mogen rijden. Maar dit is iets waar de landelijke overheid niet over gaat, deze verantwoordelijkheid ligt bij de gemeente.
Het doel van de gesprekken was om gezamenlijke afspraken te maken, in een brief aan de gemeenteraad schrijft wethouder Roy Geers dat de gemeente zelf bereid was een compromis te sluiten. De gemeenten en de staatsecretaris kwamen niet tot een akkoord. Dat de bewindspersoon dit voorstel nu zonder overleg met de gemeenten heeft gepresenteerd, wordt als een eenzijdige actie ervaren.
De gemeente geeft aan bereid te blijven om in gesprek te gaan en overweegt om de Tweede Kamer hierbij te betrekken. De invoering van de zero-emissiezone in Den Bosch staat nog steeds gepland voor 1 maart 2025. Een meerderheid van de raad gaf tijdens de begrotingsbehandeling aan achter de invoering van een zero-emissiezone in de binnenstad van Den Bosch te staan.