Het wordt steeds lastiger om monumentale plekken als de Sint-Jan, Kasteel Heeswijk, het Vorstengraf of het Vughtse of Boxtelse raadhuis te onderhouden, laat staan te restaureren of verduurzamen. Daarom willen Gedeputeerde Staten van de provincie en het Nationaal Restauratiefonds een Brabants Erfgoedfonds oprichten. Eigenaren van cultuurhistorische monumenten en gebieden, kunnen dan een lening afsluiten tegen gunstige voorwaarden.
Voor het fonds wil de provincie 50 miljoen euro uittrekken. Dat geld moet komen uit een potje waarin de opbrengst van de verkoop van Essent is ondergebracht. Het geleende bedrag kan worden gebruikt voor onderhoud, restauratie, herbestemming, verduurzaming en betere klimaatadaptatie. Provinciale Staten (PS) krijgt nog inspraak in de plannen en moet vervolgens instemmen met het voorstel.
(Tekst loopt door onder de video)
Van belang
“Cultureel erfgoed is belangrijk voor de identiteit van onze provincie”, legt gedeputeerde Bas Maes (SP) uit. “Het draagt ook bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Om ervoor te zorgen dat ook toekomstige generaties ervan kunnen genieten, is het belangrijk om te investeren in een duurzame toekomst van deze monumenten en gebieden. Vanuit het fonds kunnen langdurige leningen met een gunstig rentetarief afgegeven worden. Dit is een aanvulling op subsidies en het is ook voordeliger dan een lening bij de bank.”
Nationaal Restauratiefonds voert uit
De regeling wordt uitgevoerd door het Nationaal Restauratiefonds in Amersfoort. Dat is een organisatie zonder winstoogmerk voor het in stand houden van erfgoed. “Wij zijn blij met het voorgenomen besluit van de provincie om in dit nieuwe fonds samen te gaan werken aan het stimuleren en ondersteunen van Brabants erfgoed”, aldus directeur-bestuurder Uğur Özcan. “Brabant is hiermee koploper en het eerste regionale monumentenfonds dat klimaatadaptieve maatregelen gaat ondersteunen.”
