De twee verdachten die verantwoordelijk worden gehouden voor de dood van hun baby in Helvoirt, mogen de rest van hun voorarrest in vrijheid afwachten. Wel moeten ze zich daarbij aan de schorsende voorwaarden houden.
De twee verdachten zitten inmiddels al ruim een jaar vast, op verdenking van doodslag in vereniging. Tijdens de vijfde zitting sinds de dood van hun baby, vroegen raadsmannen Deckwitz en Frencken opnieuw aan de rechtbank om de ouders in (voorlopige) vrijheid te stellen.
Deckwitz: “Het overlijden van de baby is door cliënte nooit gewild. Er zijn ook acties ondernomen om te voorkomen dat het misging, ze wilden de voeding verbeteren. We kunnen debatteren over de keuzes van de ouders, maar gaat het hier om opzet? Er is een verschil tussen schuld en opzet. Het was geen actief handelen tot doodslag. De omstandigheden in de gevangenis zijn lastig voor mijn cliënte. Ze kan haar dieet niet goed volgen en mist haar man.”
Ook Frencken benoemt hoe zwaar de gevangenis is voor de ouders. “We zijn ruim een jaar verder en het verlies van hun kind moeten ze, gescheiden van elkaar, voortdurend dragen. Het alleen verwerken van dat verlies valt mijn cliënt uitermate zwaar. Fysiek is hij inmiddels wel een stuk sterker en dat biedt de mogelijkheid om hem in de maatschappij te krijgen. Hij verwacht weer aan het werk te kunnen gaan en de gemeente Vlissingen kijkt naar mogelijkheden om ze woonruimte te verschaffen. Het leven in de maatschappij, verlaagt ook de risico’s op recidive van de waanbeelden, waar mijn cliënt aan leed.”
Baby had geen schijn van kans
Officier van justitie Burgers blijft van mening dat de ouders te weinig hebben gedaan om hun kind te helpen. “Het kindje was zeventien dagen oud en had door toedoen van de ouders geen schijn van kans. Zij hebben te weinig en te laat gehandeld, ondanks de alarmerende signalen. Er is mijns inziens nog steeds een vluchtgevaar, want beiden zijn eerder naar het buitenland gegaan. Ik snap dat de detentie hen zwaar valt, maar dat weegt niet op tegen de strafvorderlijke belangen.”
Voor het eerst ging de rechtbank mee met de raadsmannen. De rechtbank ziet nog steeds ernstige bezwaren, maar ziet ook dat mevrouw zich heeft laten steriliseren zodat ze niet opnieuw zwanger kan raken. Bovendien werken ze goed mee aan alle onderzoeken. Onder voorwaarden mogen ze daarom de rechtszaak in vrijheid afwachten. Hiervoor moeten ze wel hun paspoort inleveren, de aanwijzingen van de reclassering volgen en werk en huisvesting regelen. De schorsing van de voorlopige hechtenis geldt tot aan de inhoudelijke zitting. Deze zal plaatsvinden op 15 en 16 september. Voor die tijd, op 23 juni, volgt nog een pro-forma behandeling. Dan zullen de deskundigen van het Pieter Baan Centrum gehoord worden.