De Omgevingsdienst Brabant-Noord (ODBN) treedt maar zelden bestraffend op tegen milieu-overtredingen, zo blijkt uit onderzoek van Dtv Nieuws. Gemeenten in onze regio, de opdrachtgevers van de ODBN, controleren tegelijkertijd al jaren niet of de leefomgeving wel voldoende beschermd wordt door de dienst.
Dtv Nieuws vroeg cijfers op over het handhavingsbeleid van de ODBN. Daaruit blijkt dat in de jaren 2020, 2021 en 2022 zo’n 7,5 procent van de geconstateerde overtredingen leidde tot een sanctie. De overige overtredingen werden met zachte hand aangepakt, middels waarschuwingen en gesprekken. Raadsleden in onze regio die door Dtv Nieuws met de onderzoeksresultaten worden geconfronteerd reageren geschrokken en gaan vragen stellen aan de betreffende colleges van burgemeester en wethouders.
Het artikel gaat verder onder de video
“Die ruim negentig procent zonder sancties, lijkt me onbegrijpelijk hoog, daar moet kritisch naar gekeken worden”, reageert Ton van der Vossen (Pvda-Groen Links) uit de gemeente Vught. En in Den Bosch zegt Bram Roovers (SP): “De gemeente loopt achter de zaken aan en dat is zeer ernstig, zoals eerder ook bleek bij de incidenten rondom de schrootverwerker AVI en de Asfaltcentrale.” Bosch’ raadslid Eileen Samshuijzen (Partij voor de Dieren) wil vooral opheldering: “Wat wordt er nou geconstateerd en wat is de opvolging hiervan? Die informatie moet er bij.” Daar sluit Genoveef Lukassen (GroenLinks) uit de gemeente Maashorst zich bij aan: “Er wordt niet specifiek verteld waar het misgaat. Het is belangrijk dat we daarover het college en de Omgevingsdienst bevragen.”
Als het onduidelijk is of de leefomgeving veilig en gezond is, dan moeten we daar een goed gesprek over voeren
Jesse Jansen, Progressief Bernheze
Jesse Jansen van Progressief Bernheze, maakt zich zorgen: “Als het onduidelijk is of de leefomgeving veilig en gezond is, dan moeten we daar een goed gesprek over voeren.” Adrie Geerts van de Osse SP wil dat er snel actie worden ondernomen: “Er moet meteen gereageerd worden. We hebben daarnaast het gevoel dat klachten niet serieus genomen worden.” Ayah Yacoub, zijn partijgenoot in Vught, vult aan: “De alarmbellen moeten wel gaan rinkelen als er iets misgaat. Dat moet goed in de gaten gehouden worden.”
Waterkwaliteit
Het samenwerkingsverband Schone Maaswaterketen, waarin onder andere waterschappen en Rijkswaterstaat zich hard maken voor een schonere Maas, maakt zich al langer zorgen over het gebrek aan daadkracht. “Wij hebben veel gesprekken met de omgevingsdiensten en proeven daarin dat een strengere handhaving nodig is”, zegt Margot Kwee. “Op dit moment is het toch redelijk informeel allemaal. Vaak kiezen omgevingsdiensten in onze regio ervoor om geen officiële waarschuwingen uit te delen, waardoor bepaalde situaties langer in stand blijven dan we zouden willen.”

Luchtwassers
Wie met ondergaande zon door de uitgestrekte akkers en weilanden van Brabant-Noord fietst, heeft niet in één keer door dat de regio een thuis biedt aan bijna 13.000 bedrijven die activiteiten uitvoeren met impact op het milieu. Die bedrijven lozen afvalwater, stoten giftige stoffen uit en hebben machines die mogelijk een gevaar vormen voor anderen. Om te voorkomen dat die activiteiten onze leefomgeving buitensporig beschadigen, oefent de Omgevingsdienst Brabant-Noord (ODBN) namens tien gemeenten en de provincie Noord-Brabant toezicht uit.

Complexere milieuregels Tot 2013 waren de gemeenten zelf verantwoordelijk voor dat toezicht. Het Rijk was echter bang dat die grip zouden verliezen op de steeds complexere milieuregels. Daarom riep de landelijke overheid de omgevingsdiensten in het leven. Niet iedereen was daar blij mee. Het Brabants Dagblad meldde begin 2013 dat de gemeenten Boekel, Haaren, Landerd en Sint-Oedenrode ‘grote bedenkingen’ hadden bij het instellen van de ODBN. “Ik weet nu zeker dat alle luchtwassers in Sint-Oedenrode draaien zoals het hoort. Of dat straks ook zo is waag ik te betwijfelen”, zei Peter Maas, toenmalig burgemeester van Sint-Oedenrode tegen de krant. |
Profetisch
Anno 2023 lijken dat welhaast profetische woorden. Met name op het gebied van water ziet Margot Kwee dat er vanuit de omgevingsdienst té weinig aandacht is. Volgens Kwee maken de gemeenten en omgevingsdiensten daar geen ruimte voor qua capaciteit en geld. Ook ziet zij dat er weinig controle is. “Er zit zo’n afstand tussen gemeenten en de omgevingsdiensten.”
De opdrachtgevende gemeenten en de ODBN geven per mail aan dat het lage aantal sancties in lijn is met het staande beleid, dat voortkomt uit een landelijk bepaalde strategie. Daarin bepaalt de zwaarte van de overtreding de sanctie. En er zijn nou eenmaal veel lichte overtredingen, zo luidt de uitleg van de ODBN. Bovendien: “Een combinatie van zo licht mogelijke interventiemethoden gericht op herstel is in beginsel het uitgangspunt van de LHS [de landelijke strategie-red.]”, aldus de woordvoerder.
Deze cijfers zijn enorm aan de magere kant
Herman Bröring, hoogleraar bestuursrecht
Dtv Nieuws legde de cijfers ook voor aan twee hoogleraren in het milieu- en bestuursrecht. Zij reageren een stuk kritischer. Een van hen is Herman Bröring, hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Deze cijfers zijn enorm aan de magere kant”, zegt hij. “Het zou heel optimistisch zijn om te denken dat ruim negentig procent van de overtredingen opgelost kan worden zonder een sanctie. In feite wil je nu weten of de andere middelen die de omgevingsdienst inzet werken. Dat is een vraag aan de opdrachtgevers, in dit geval onder andere de gemeenten.”
De gemeenten Den Bosch, Oss, Maashorst, Boxtel, Sint-Michielsgestel en Bernheze geven aan dat zij op meerdere momenten het functioneren van de ODBN onderzoeken. Zo stellen ze jaarlijks gezamenlijk een werkprogramma op, waarin de doelen worden beschreven die de ODBN moet behalen. Vervolgens worden die geëvalueerd in de jaarverslagen van de ODBN, de jaarverslagen van de gemeenten zelf en in verscheidene voortgangsrapportages. In totaal verzamelde Dtv Nieuws zo vijftien documenten uit de jaren 2020, 2021 en 2022.
Interessante inzichten
Daarin rapporteren de gemeenten en ODBN onder andere hoeveel uren de omgevingsdienst maakt voor de verschillende vormen van toezicht die ze uitvoert, en ook hoe die zich verhouden tot de uren die aanvankelijk begroot waren. Zo concludeert de gemeente Den Bosch in 2022 in een van haar evaluaties bijvoorbeeld dat de ODBN ruim 4000 uren besteedde aan het algemene toezicht en dat dat 7% meer was dan aanvankelijk begroot. Ook vonden we in de documenten cijfers terug over het totaal aantal controles, de zwaarte van de geconstateerde overtredingen en de frequentie waarmee een overtreding werd geconstateerd. Dat levert interessante inzichten op. Zo blijkt dat de ODBN bij bijna iedere controle een overtreding constateert. En dat in 2022 vijftien procent van die overtredingen in de twee zwaarste categorieën vielen.
Maar wat ontbreekt is duiding bij die cijfers. De vraag hoe alle aantallen zich verhouden tot de bescherming van de milieuwetgeving is onduidelijk.

Welke doelen
In sommige documenten gaan de opdrachtgevers op specifieke onderdelen wel wat dieper in op de kwaliteit van het toezicht. Een van de beste voorbeelden die wij konden vinden is het zogeheten VTH-verslag van toen nog de gemeente Uden uit 2021. Daarin somt de gemeente op welke doelen het toezicht van de ODBN heeft, en hoe die doelen vervolgens wel of niet bereikt zijn. Op pagina 8 van dat document meldt de gemeente dat het toezicht op het milieu, onder andere uitgevoerd door de ODBN, als doel heeft om een ‘veilige, gezonde en duurzame leefomgeving’ te creëren. Vervolgens noemt het zelfs hoeveel bedrijven onder het toezicht vallen, een gegeven dat in veel andere evaluaties ontbreekt. Maar het verslag kopt de bal niet in en uiteindelijk blijft onduidelijk hoeveel van de bedrijven ook daadwerkelijk gecontroleerd zijn, hoeveel overtredingen daarbij zijn geconstateerd, en in hoeverre daarmee het doel van een ‘gezonde leefomgeving’ behaald is. In plaats daarvan volgt alleen een opsomming van het totaal aantal controles, zonder extra duiding.
Indicatoren
Wat mist in de evaluaties zijn indicatoren waaraan de kwaliteit van het ODBN-toezicht gemeten kan worden. Al in 2021 stipte de ODBN in haar werkprogramma dat probleem aan. De organisatie schreef dat de opdrachtgevende gemeenten niet duidelijk maken ‘welke doelen de omgevingsdienst moet behalen bij de uitvoering en handhaving’. En dat zonder die doelen geen ‘indicatoren benoemd worden die gemonitord kunnen worden’. In het werkprogramma uit 2021 verwacht de ODBN nog dat er in datzelfde jaar verandering zal komen. Maar uit het werkprogramma van 2023, dat in november 2022 gepubliceerd werd, blijkt dat het probleem nog steeds niet verholpen is.
Oftewel, volgens alle evaluaties en jaarverslagen verricht de ODBN al jaren prima werk. Het komt de afspraken na en levert regelmatig meer werk dan vooraf afgesproken. Maar zonder duidelijke regionale doelen is het onduidelijk hoe dat werk zich verhoudt tot het creëren van een veilige leefomgeving.

‘Handhaven in het duister’ Die constatering is in lijn met andere onderzoeken naar de omgevingsdiensten. Zo trok de Algemene Rekenkamer in 2021 vernietigende conclusies in het rapport ‘Handhaven in het duister’: “De aard en omvang van geconstateerde milieucriminaliteit en -overtredingen is onbekend bij bewindspersonen (…). Er bestaat ook geen integraal overzicht van toezicht en handhaving. Laat staan dat er zicht is op de effectiviteit van de aanpak.” In april van dit jaar nog concludeerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat het “niet vanzelfsprekend is dat de gezondheid van omwonenden voldoende wordt beschermd”. Uit dat onderzoek “komt naar voren dat zowel bedrijven als de betrokken overheden zich in de praktijk veelal procedureel opstellen, waarbij zij de mogelijkheden in het systeem om de gezondheid van omwonenden te beschermen niet volledig benutten.” |
‘Voldoende handhaving’
De benaderde gemeenten delen deze conclusie niet. De gemeente Maashorst geeft aan dat volgens haar ‘ervaring’ de ODBN voldoende handhaaft. De gemeente Den Bosch vindt dat het de ODBN goed lukt om toezicht te houden met de huidige handhavingsstrategie, zonder daarbij te specificeren waarop ze die conclusie baseert. Een woordvoerder van de op ambtelijk gebied samenwerkende gemeentes Boxtel en Sint-Michielsgestel geeft aan dat uit de beschikbare documenten wel degelijk blijkt dat de ODBN voldoende handhaaft, maar verwijst vervolgens voor verdere specificering door naar de ODBN zelf. Iets dat ook de gemeente Oss doet. Die geeft aan dat de huidige handhavingsstrategie ‘voor zover wij kunnen inschatten’ voldoende toeziet op bescherming van de milieuwetten. Maar dat de ODBN ‘het beste zelf deze vraag kan beantwoorden’. Een opmerkelijke suggestie aangezien de gemeenten eindverantwoordelijk zijn voor het toezicht op de milieuwetgeving.
De Omgevingsdienst Brabant-Noord geeft per mail aan dat zij niet als enige verantwoordelijk is voor het toezicht op de milieuwetgeving en dat ze daarom niet kan garanderen dat de inwoners van haar werkgebied voldoende beschermd zijn tegen bedrijven die de milieuwetgeving overtreden. Desondanks heeft de organisatie het vertrouwen dat de huidige werkwijze ervoor zorgt dat ‘de leefomgeving veilig, schoon en gezond blijft’.