“In 2018 begon het Narcissenproject aan de achterkant van het Witte Raadhuis. Elk voorjaar bloeien hier meer dan 2.100 narcissen. Elke narcis symboliseert een Joods kind, dat in de Tweede Wereldoorlog uit Vught is weggevoerd naar de Duitse kampen. Deze narcissentuin is een monument. Het is weliswaar niet van steen, marmer of graniet, maar van kleine, gele narcissen. Prachtige bloemen vol van leven, maar ook kwetsbaar en vergankelijk en met een korte bloeitijd. Net als de kinderen voor wie de bloemen symbool staan. Zij mochten ook maar heel kort bloeien, voordat ze werden weggevoerd. Wat ze nalieten, was een huiveringwekkende leegte. Maar in het voorjaar verdrijven de bloeiende narcissen de leegte. Dan brengen zij de herinnering aan die jonge Joodse kinderen tot leven. Elk jaar opnieuw. Die eeuwige kringloop van kort bloeiende bloemen en de leegte die erop volgt, maakt deze tuin tot een levend monument en een plaats om te herdenken. Niet alleen als de narcissen bloeien, maar ook als ze weer verdwenen zijn.
Wat daarbij heel bijzonder is, is dat deze tuin een onderdeel is van het Daffodil Project (Narcissen project), dat als doel heeft om wereldwijd 1,5 miljoen narcissen te planten om alle Joodse kinderen te herdenken, die tijdens de Holocaust zijn omgebracht. De narcis is als symbool gekozen, omdat de bloem doet denken aan de Jodenster.”
Deze tekst sprak de toenmalige wethouder Pennings uit bij de opening in 2018.