door Johan Smeulders
Het was in 1976 ongeveer toen ik lid werd van de Werkgroep Planologie in de gemeente Vught. De werkgroep was een onderdeel van de Raad voor Cultuur en Recreatie, een club die gevraagd en ongevraagd adviezen gaf aan het gemeentebestuur.
Belangrijkste onderwerp op de agenda van de werkgroep Planologie destijds was het tegengaan van bebouwing in de Gement. Zeer tegen de zin van de gemeente Den Bosch verdween deze bouwlocatie uiteindelijk van de kaart, mede door toedoen van genoemde werkgroep.
De werkgroep vaardigde ook een lid af naar de raadscommissie als lid-deskundige. Als jong stedenbouwkundige mocht ik een aantal jaren die rol vervullen. Je had de taak om de leden die daar namens hun politieke partij zaten, van advies te dienen op basis van je deskundigheid, los van politiek, coalitie of oppositie.
Tijdens de onlangs gehouden vergadering van de raadscommissie die handelde over de toekomstplannen voor de N65 moest ik aan die tijd denken. Op zich was er een goede discussie over het onderwerp waarbij inhoudelijke argumenten zich makkelijk mengde met politieke argumenten, die zoals zo vaak liepen langs de scheidslijn van coalitie en oppositie.
Op de publieke tribune vijf insprekende partijen, die twee dingen gemeen hadden. Eén, ze brachten allen vanuit verschillende invalshoeken hetzelfde verhaal naar voren, gericht op de langere termijn, twee, ze deden dat op basis van hun deskundigheid en ervaring met deze materie.
Vught is een dorp met op veel terreinen deskundigheid en ervaring onder haar burgers. Op het gebied van cultuur en kunst, juridisch, economisch, maar ook zeker op het terrein van woningbouw, planologie, natuur en landschap, zeg maar de ‘harde sector’.
We zien deze deskundigheid en expertise terug in de vele participatie-trajecten die worden opgezet rondom concrete plannen, die vaak bewoners direct in hun belangen treffen.
Wat ik daarin mis is de visie op de langere termijn. Ook politieke besluitvorming is meestal gericht op de kortere termijn, de huidige zittingsperiode en hetgeen wat in een coalitieakkoord staat vermeld, met een looptijd van vier jaren.
Het zou daarom wenselijk zijn om de werkwijze van ‘vroeger’ nog eens tegen het licht te houden. Is het juist in deze tijd niet goed om in de politiek meer structureel gebruik te maken van kennis en ervaring onder de burgers en daarmee draagvlak te vergroten en de scope meer te richten op de effecten van voorstellen voor de langere termijn?
Het rijk kent adviesraden op alle terreinen van beleid. Ook zij leveren rapporten en doorzichten voor de langere termijn, gevraagd en ongevraagd. Soms verdwijnen ze in de bekende la, vaak echter komen ze terug bij besluitvorming over concreet beleid.
Dáárom dus, misschien iets voor een burgerinitiatief? Een Adviesraad Leefomgeving, voor alles wat direct verband houdt met de kwaliteit van onze zo kwetsbare openbare ruimte. Met één of twee leden afgevaardigd naar de betreffende raadscommissie?
En waarom ook niet voor het sociale domein, zeker zo belangrijk!
Johan Smeulders