Toch een soort juichende kop van een ingezonden brief een aantal weken geleden en nu nog te vinden op de pagina ‘Opinie en Debat’ van de Klaverbladsite. Maar hoezo gered? Je kunt natuurlijk discussiëren over het feit of de toekomstige plannen – met een heel dikke vinger in de pap van het Theater aan de Parade – de eigenheid van het theater in Vught kan waarborgen. Uit alles blijkt dat het Stichtingsbestuur zich uitsluitend bezig mag houden met het proberen het instituut ‘Theater de Speeldoos’ draaiende te houden en op termijn over mag dragen aan de gemeente. En een eigen visie uitdragen over de toekomst is – volgens de brief – al helemaal niet mogelijk. De bedenkelijke wijze waarop het vorige Speeldoosbestuur onderuit is gehaald door het College en Raad is – naar de beste Vughtse tradities – allang vergeten in de gedachten van de dames en heren politici en misschien ook wel uit die van u. Want een klein jaar geleden – 18 december 2018 – vond een raadsvergadering plaats waar de honden geen brood van lusten. Immers toen gingen Raad en College er met gestrekt been in om het toenmalige Speeldoosbestuur van de kaart te vegen. De kaalslag die toen door College en Raad is gepleegd in de Vughtse cultuurwereld is allang uit het zicht: de zomervakantieperiode was immers een periode waarin de nasleep van de culturele moordpartij – een gezocht argument om professionele podiumkunsten uit het theater te bannen en het uit de weg ruimen van het Speeldoosbestuur – wat op de achtergrond werd gedrongen. Want ook de scherpe analyse van de vertrokken interim-directeur en de vragen hierover vanuit de SP-fractie zijn door de Vughtse politieke boegbeelden bij het vuilnis gezet. En voorspelbaar is het dedain dat getoond wordt op het moment dat nog eens gewezen wordt op de hypocrisie van onze politici dat vanaf begin 2018 zicht- en hoorbaar was in de Raad, de lokale omroep en de geschreven pers. En niemand zal publiekelijk meer terugkomen op de volstrekt ontoelaatbare manier waarop het huidige Stichtingsbestuur ‘chantagegewijs’ vormgegeven werd. En hoe zonder enig hard bewijs het ‘oude’ Speeldoosbestuur veroordeeld is. En hoe men de eigen rol in dit Vughtse cultuurdrama volledig geminimaliseerd heeft, terwijl men wel degelijk medeverantwoordelijk was voor waar men anno 2018 en 2019 plotseling met afgrijzen over spreekt.
‘De Speeldoos gered!’: dat had voor de Vughse cultuurliefhebbers immers niet alleen juridisch anders moeten verlopen, maar ook veel meer in lijn met wat in de Vughtse culturele wereld als een zeer gewaardeerd onderdeel werd beschouwd van het Speeldoos- en dus cultuuraanbod. Nog afgezien van de zeer positieve beoordeling van bezoekers uit de buurtgemeenten.
Benieuwd hoe in de nieuwe cultuurnota de onderbouwing van het Vughtse cultuuraanbod wordt geformuleerd. En of daar plaats is voor professionele podiumkunsten. Gokje: er wordt helemaal niets over gezegd. En ook de politieke partijen houden zich koest: zij hebben hun handen immers al vuil, echt vuil, gemaakt en zijn als de dood dat ze daarop aangesproken worden.
De Speeldoos gered? Geloven we dat echt?
Geert van den Brand
