‘Benieuwd hoe in de nieuwe cultuurnota de onderbouwing van het Vughtse cultuuraanbod wordt geformuleerd. En of daar plaats is voor professionele podiumkunsten. Gokje: er wordt helemaal niets over gezegd. En ook de politieke partijen houden zich koest: zij hebben hun handen immers al vuil, echt vuil, gemaakt en zijn als de dood dat ze daarop aangesproken worden.
De Speeldoos gered? Geloven we dat echt?’
Zo eindigde vorige week mijn overweging over de culturele ‘stand van zaken’ – zie website NOVO3 onder ‘ingezonden’ – in de Vughtse politieke werkelijkheid. Nu die cultuurnota er is, is ook duidelijk dat het al eerder geschetste scenario dat de hele ‘Speeldoos-affaire’ maar een hoofddoel had: het in bezit krijgen van het gebouw ‘Theater de Speeldoos’, per 1 januari 2020. En dat zal wel lukken want het huidige door het College opgetuigde en gestuurde bestuur van wat begin dit jaar nog een onafhankelijke stichting was, kan niet anders dan aan de wens van de opdrachtgever voldoen. Vreemd eigenlijk: Theater de Speeldoos is eigendom van een particuliere Stichting. En de wethouder wil dan 3 jaar hebben om te overwegen of het gebouw dan verbouwd moet worden of helemaal moet verdwijnen. En dan moet er een sociaal-cultureel centrum voor terugkomen. Op diezelfde plaats. Maar ja, dat is pas over drie jaar, dus wie dan leeft?
En, zoals te verwachten, inderdaad: in die nota komt de term ‘professionele podiumkunsten’ niet voor. Zoals er wel meer dingen niet voorkomen in die nota. Zaken die eigenlijk wel aangestipt moeten worden wil een ‘beleidsstuk’ een echte basis voor politieke keuzes zijn. Want een echte visie ontbreekt. De nota zou een verlengstuk van een visie moeten zijn, een visie op cultuur en de samenhang ervan met andere beleidsterreinen. En dat gebaseerd op grondige analyses van wat de doelgroepen eigenlijk willen. Een duidelijke visie ontbreekt dus en daarmee een houvast voor beleid en te ondernemen activiteiten. Een waarborg voor afgewogen cultuuraanbod wordt niet gegeven. En nogmaals: nergens wordt in de nota een onderscheid gemaakt tussen amateurkunst en professionele vormen van cultuur. Zoals er ook niet terug te vinden is welke initiatieven nu voor wat voor soort vorm van subsidiering in aanmerking komen.
Nog even ‘Speeldoosgate’: het oude Speeldoosbestuur maakte in 2017/2018 als bestuur van de MIK-erfenis ‘Stars on Stage’ (= muziekschool) aan de raadsfracties duidelijk, dat het nieuwe ingezette subsidiebeleid – in de vorm van een tenderprocedure – funest zou zijn voor het voortbestaan van de ‘muziekschool’. (Bij een tenderprocedure kun je als instelling subsidie aanvragen die op basis van factorenafweging beoordeeld wordt. Zo’n factor kan bijvoorbeeld innovatie zijn, maar ook de aantallen leerlingen, diversiteit in soorten kunst en dergelijke.) Niemand bestrijdt het recht van de politiek om andere keuzes te maken, maar als die keuze tot stand komt zonder overleg over de gevolgen van die keuze, dan kan dat tot onvoorziene problemen leiden. Dat was wat het bestuur van De Speeldoos bewoog om een beroep te doen op de Vughtse Raad: die beleidskeuze ondermijnde de exploitatie van Stars on Stage en daarmee ‘Theater de Speeldoos’. Dat leidde tot de ‘motie vreemd aan de orde van de dag’ en als u ‘Speeldoosgate’ gevolgd hebt, weet u waar dat toe uiteindelijk geleid heeft.
Wethouder Van de Ven is er al van overtuigd dat het tot nu toe vigerende subsidiebeleid voor buitenschoolse cultuureducatie nogal ongelukkig en onrechtvaardig is en derhalve vervangen zal worden door een zorgvuldiger beleid. De geschiedenis terugdraaien gaat niet meer, maar je kunt wel de moed hebben er voor uit te komen, dat een eerder genomen besluit te betreuren valt. En recht te doen aan de mensen die daar op basis van volstrekt onterechte beschuldigingen de dupe van zijn geworden.
Geert van den Brand