Home Ingezonden ‘Amateuristische podiumkunsten’ in Vughtse Raad

‘Amateuristische podiumkunsten’ in Vughtse Raad

Wie de laatste weken enigszins de Vughtse ‘cultuurnota’-commentaren gevolgd heeft, zal zich op zijn minst verbaasd hebben over wat op de commissievergadering van 3 december te horen was. Met name over het voormalige door de gehele Raad gedragen standpunt over ‘professionele podiumkunsten’ in Vught en meer specifiek in Theater de Speeldoos. Tot nu toe was het afgemeten en onwrikbare standpunt van de Raad: geen subsidie voor die cultuurvorm, ondanks allerlei inhoudelijke argumenten die daar juist voor zouden pleiten. Hoe is het mogelijk dat D’66, SP en CDA nu ineens wel bereid zijn eventueel die professionele podiumkunsten, zij het bescheiden, te subsidiëren. Hun eerdere standpunt – december 2018 en april 2019 luidkeels uitgesproken in de Raadsvergaderingen – wordt nu verdedigd door te wijzen op het vermeende ‘misbruik’ van subsidiegelden door het oude Speeldoosbestuur. U herinnert zich ongetwijfeld nog wel de fractievoorzitster van D’66 die het had over ‘miljoenen euro’s’ subsidie die in de loop van de jaren onterecht gebruikt waren voor die professionele kunst. Volkomen onterecht dat verwijt en absoluut niet aangetoond, maar toch. Het is overigens maar hoe je het bekijkt: als je accommodatie-subsidie toekent aan Theater de Speeldoos, dan geef je indirect natuurlijk ook subsidie aan het gebouw waarin die professionele podiumkunsten plaatsvinden. Maar als je zelf als gemeente in het verleden gevraagd hebt om ook professionele podiumkunsten in het gebouw te programmeren, dan wringt dat toch een beetje.

En ja, het staat me nog bij hoe alle fracties bij uitzendingen van de lokale omroep en in de pers van alles uit de kast haalden om de overbodigheid van professionele podiumkunsten in Theater de Speeldoos aan te tonen: ‘ze’ (= de inwoners van Vught) kunnen net zo goed naar Den Bosch, Tilburg en Eindhoven, de voorstellingen zijn lang niet altijd uitverkocht, er komen veel te veel niet-Vughtenaren naar die voorstellingen etc. Het is verleidelijk om een hele reeks tegenargumenten op te sommen, zoals onder andere veel meer de bereikbaarheid voor de minder mobiele oudere en jongere Vughtenaren, de bijdrage aan cultuur-educatie van jongeren die de muziekschool bevolken, het imago van Vught als gastvrije gemeente met een totaalpakket aan voorzieningen etc.

Als er nu blijkbaar ruimte is om als politieke partijen terug te komen op eerder ingenomen standpunten met de daaraan gekoppelde bereidheid ook de professionele podiumkunsten te ondersteunen, dan zou het van politieke moed getuigen de ‘Speeldoosgate’ te laten onderwerpen aan een objectief onderzoek, waarbij men bereid is ook de eigen rol aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Je mag jezelf als Raad en College best ‘heilig’ verklaren, maar dan hoef je dat nog niet altijd te zijn. En die erkenning, inclusief rehabilitatie directie en bestuur van het ‘oude’ Theater de Speeldoos, zou richting gemeenteraadsverkiezingen een waardevolle stap zijn wat betreft geloofwaardigheid in het politieke handelen.

Geert van den Brand