In de tentoonstelling ‘Componisten in oorlogstijd’, die van 1 december tot en met 31 maart 2022 wordt gehouden bij Nationaal Monument Kamp Vught (NMKV), worden de levens van twintig in Nederland vervolgde musici belicht met foto’s, documenten, brieven, tekeningen en muziekfragmenten. De componisten werden vervolgd om hun afkomst of standpunten, doken onder, gingen in het verzet of werden gedeporteerd. Acht componisten hebben de oorlog niet overleefd. Tijdens de oorlog was hun werk verboden; na de oorlog werden hun namen en hun werken vergeten. Op initiatief van de Leo Smit Stichting uit Amsterdam krijgen de componisten een podium in Nationaal Monument Kamp Vught.
Componisten in Kamp Vught
Enkele musici werden in Kamp Vught gevangen gehouden. Een bekende naam is die van Marius Flothuis (1914-2001). Naast zijn studie klassieke talen was hij assistent-artistiek leider van het Concertgebouw. Hij weigerde zich te conformeren aan de regels van de bezetter en werd prompt ontslagen. Zijn verzetsactiviteiten werden verraden en na barre jaren in concentratiekampen in Vught en Sachsenhausen en een helse dodenmars kwam hij volledig uitgeput in Amsterdam terug. Met componeren was hij nooit gestopt.
Flothuis schreef muziek als tegenwicht tegen al het lelijke om hem heen. De ‘Sonata da Camera’ schreef hij in gevangenschap in Vught. Ook de ‘Aubade’ werd in Kamp Vught uitgevoerd; Flothuis schreef dit werk voor fluit voor de verjaardag van een medegevangene. Vanaf 1955 was Flothuis bijna twintig jaar artistiek leider van het Concertgebouworkest, daarna lange tijd hoogleraar musicologie aan de Universiteit van Utrecht.
Nico Richter
Nico Richter (1915-1945) componeerde al sinds zijn dertiende en had vioolles, maar zijn vader wilde dat hij een ‘echt’ beroep koos. In 1941 studeerde hij af als arts, maar liet de muziek nooit los met korte, krachtige composities. Tot begin 1941 dirigeerde Richter het orkest van de Amsterdamsche Studenten Muziek Vereeniging. De politiek bewuste Richter raakte al vroeg betrokken bij het verzet. Hij werd in 1942 opgepakt en vervolgens gevangen gehouden in de kampen Amersfoort, Vught, Westerbork en Auschwitz. In Vught kwam hij in januari 1943 in het net geopende concentratiekamp aan – in Block 15 (de strafbarak) als ‘Jude nr. 1982’. Op 15 november 1943 werd hij met een grote groep Joodse strafgevangenen gedeporteerd naar Auschwitz. Uiteindelijk keerde hij in 1945 terug uit het concentratiekamp Dachau, meer dood dan levend. Op zijn sterfbed dicteerde hij in augustus 1945 zijn laatste compositie voor fluit, viool en cello.
Vergeten componisten
Nederland kende een bloeiend muziekleven in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw. Componisten als Géza Frid en Rosy Wertheim hadden een internationale carrière; koordirigent en componist Israël Olman was geliefd bij duizenden zangers. Max Vredenburg en Hans Lachman componeerden muziek bij films; in het Concertgebouw klonken composities van Henriëtte Bosmans en Leo Smit. Nederland was een veilige haven waar buitenlandse vluchtelingen als Franz Weisz en Hans Krieg een nieuw leven opbouwden. De Tweede Wereldoorlog maakte een abrupt einde aan soms pas ontluikende, soms glansrijke muzikale carrières. Dit deel van de Nederlandse muziekgeschiedenis is maar weinig verteld. In de tentoonstelling maakt de bezoeker kennis met deze – bijna – vergeten componisten door verhalen en brieven te lezen, foto’s en manuscripten te bekijken en naar de muziek te luisteren. Dat brengt de componisten en hun werk dichterbij.
Expositie ‘Componisten in oorlogstijd’ – Nationaal Monument Kamp Vught – 1 december t/m 31 maart