In de loop der jaren is er natuurlijk ook veel veranderd. In de beginjaren waren het hoofdzakelijk mannen van hoog niveau en diplomaten, maar momenteel is de helft van de studenten vrouw en met heel diverse achtergronden.
De Zusters Kanunnikessen van de Heilige Augustinus startten in 1963 met wat bij elkaar gesprokkeld geld – in totaal 200 gulden – een eigen talenpracticum. In eerste instantie in hun kloostergebouw, later in een nieuw gebouw op eigen terrein. Ze maakten gebruik van native speakers als docenten, die in de beginjaren vooral lesgaven aan religieuzen en ontwikkelingswerkers. Het bleek te werken en Regina Coeli -Koningin des Hemels- groeide uit tot een nationaal en internationaal fenomeen.
Inmiddels is het taalinstituut uitgegroeid tot een succesvolle commerciele onderneming. Met tarieven variëren van een dagtarief van een kleine 1000 euro tot ruim 6000 euro voor een intensieve week, inclusief overnachtingen. Dat biedt de organisatie de gelegenheid om ieder jaar een groot deel van de winst uit te keren aan de St. Pierre Fourier Stichting. De stichting keert het geld uit aan goede doelen die vaak te maken hebben met het mogelijk maken van onderwijs aan meisjes en vrouwen in ontwikkelingslanden. Een erfenis van de nonnen. De rest wordt gebruikt voor investeringen in het instituut zelf.
Ook het onderwijssysteem heeft door de jaren heen veranderingen doorgemaakt. In 1963 werd gestart met geluidsbanden, daarna werd gebruik gemaakt van cassettebandjes. Vanaf 2011 wordt er digitaal gewerkt, met een e-learningsysteem wordt er gebruik gemaakt van virtual reality. Met een VR-bril betreden de cursisten een virtuele wereld. Ze wanen zichzelf in het buitenland, bezoeken bijvoorbeeld Montmartre in Parijs, staan op de markt in Freiburg of betreden de Sagrada Familia in Barcelona.
Ook de talen waarin lesgegeven wordt zijn veranderd. In de beginjaren werden lessen verzorgd in vele talen, waaronder Indonesisch en Maleisisch. In de loop van de jaren is het aantal talen geslonken tot zes. De laatste tien jaar zijn daar op verzoek van klanten vier talen aan toegevoegd: Eerst Portugees en Chinees, later werd ook Arabisch en Russisch toegevoegd. Daarnaast neemt de vraag naar trainingen Engels en Nederlands weer toe. Dit als gevolg van de globalisering waardoor je in Nederland steeds meer Engels hoort en door de komst van veel hoogopgeleide expats naar Nederland. De gemiddelde duur van een taaltraining is daarbij korter geworden.
De fijne, zorgzame sfeer is en blijft nog altijd heel belangrijk. Dit uit zich door het vaak een-op-een lesgeven. Helemaal op maat en afhankelijk van het doel. Daarbij is niet alleen aandacht voor het taalonderwijs, maar ook de bewustwording en kennismaking met de cultuur van een land. Elk land heeft immers haar eigen gewoontes en tradities.
Cursisten bepalen zelf waar ze de nieuwe kennis voor nodig hebben. Dat maakt dat er veel persoonlijk contact is. Het werken in een veilige omgeving, afgezonderd van ‘de buitenwereld’, op een persoonlijke manier met veel diverse hulpmiddelen maakt dit taleninstituut zo bijzonder.

Op 15 juli bestond het instituut 60 jaar. Ter gelegenheid hiervan werd een geschiedeniscanon onthuld en weergegeven op een muur in het taleninstituut aan de Martinilaan. Regisseur Ellen van Kempen maakte een documentaire over de Franse onderwijscongregatie. Deze film zal in september te zien zijn in de Verkadefabriek in Den Bosch.