Even was het groot nieuws. Op vrijdagochtend 3 maart werd in Vught een heuse wolf doodgereden en wel op de A2 ter hoogte van Reinier van Arkel en Bleyendijk. Je kon er eigenlijk op wachten want in onze zo vaak geprezen groene omgeving zou de grote boze wolf best eens kunnen verdwalen. En dat was dus gebeurd met uiteraard weer een scala aan hysterie grenzende opmerkingen. Vaak gehoord dat het er “gelukkig weer eentje minder” was en “die beesten horen hier ook niet thuis, afschieten”. Ik betreurde het voorval vooral omdat ik altijd iets heb gehad met in het wild levende predatoren die zich in deze totaal verdwaasde digitale wereld weten te handhaven. Kijkt U niet vreemd op als u mij aantreft in de berm van de weg als ik daar een kadaver van bunzing, vos, wezel of das inpak om mee te nemen en te fotograferen om later aan te bieden ter preparatie voor educatieve doelen. Ik had de jonge wolf, een welp nog, derhalve graag even van dichtbij gezien, want wat zijn ze mooi. Wel volledig gestigmatiseerd door personen die met angst terugdenken aan hun jeugd waarin wolven altijd werden opgevoerd als menseneters met gruwelijk grote tanden.
Wie kent niet het sprookje van Roodkapje en de wolf of de vertelling van de bloeddorstige wolf en die zeven geitjes die allen (op die ene in de klok na) door hem werden verslonden. Gelukkig liep het allemaal goed af, want de buik van de wolf kon worden opengesneden waarna alle slachtoffers er onder applaus konden uitkruipen. De wolf werd daarna verzwaard met wat stenen en in de rivier gekieperd. Het kwade imago van de wolf werd nog extra versterkt toen deze een bedrieger bleek: “Ben jij ons mama, steek dan je poot eens onder de deur…”
Verder kennen wij de mythologische weerwolven. Misschien wordt zelfs het pak bloeddorstige wolven herkend dat de trojka van drs. P achtervolgt in zijn lied “dodenrit”.
Heel soms speelt de wolf in verhalen een positieve rol. Zoals in dat verhaal van de ontstaansgeschiedenis van de stad Rome met de wolvin die de knapen Romulus en Remus zoogde. Of in de legende van Mowgli die in de Indiase jungle wordt gevonden en opgevoed door een wolvenpaar. Ikzelf was verknocht aan Bor de wolf uit Fabeltjeskrant die altijd onbegrepen bleef en zich daarna dan treurend terugtrok in “het enge bos”.
Ik leg het dus nog een keer lekker belerend uit: Wolven vallen geen mensen aan, daar zijn ze te schuw voor en te bang. Je moet ze echter niet voeren of aaien…. En akkoord, mocht ik stuiten op een grote roedel dan stap ik ook gepast snel op de fiets. Prijs je echter gelukkig als je eens stuit op dit dier dat eeuwenlang is vervolgde en afgeschoten door jagers die “het natuurlijk evenwicht aan het herstellen waren… “ Vergewis je er wel van of het wel een echte wolf is. Kruisingen met honden komen voor en vaak zijn het gewoon goed gelijkende honden. Echte wolven blaffen echter niet… een heel groot voordeel boven honden.
Daar heb ik namelijk wel de pest aan. Vooral als ze niet aangelijnd door onze natuur stuiteren. Ja, en dus ook aan hun eigenaren die daar achteraan lopen met de kreet: “Hij doet niets…” Dat klopt dus heel vaak niet en het is bovendien bij de wet verboden. Ik ga niet afsluiten zonder te melden dat ik meeleef met gedupeerden die vrezen voor hun schapen, geiten of moeflons. Die wens ik wijsheid toe bij het beschermen van hun veestapel. Het zou aardig zijn als zij bij het verlies van hun dieren gecompenseerd zouden worden.
Met alle consternatie over de overreden wolf is de aandacht en haat tegen de vermaledijde vos in ieder geval even weggeëbd. Onze Reijnaert, die volgens velen weer massaal oprukt, kan dus even in betrekkelijke rust zijn welpen grootbrengen. IK ben er content mee, want ook deze rode rakker draag ik een warm hart toe. En ik zag hem meerdere keren. U niet, weet ik haast zeker. Op universiteiten wordt na de vondst van een verongelukte wolf het kadaver ontleed en er wordt gekeken naar het DNA. De grap over de Vughtse wolf is uiteraard snel gemaakt. Het betrof hier een geldwolf.