
Is Vught wel baas in eigen huis? Of bepalen rijksdiensten wat hier gebeurt?
Vorige week kregen inwoners van Cromvoirt een brief waarin stond: “Het gebied van het voormalig Kamp Vught gaat veranderen”. Strekking: er komt een nieuwe weg bij de EBI, de Lunettenlaan gaat op de schop en er gaat gebouwd worden. Maar: “U hoeft op dit moment niets te doen”. Ondertekend door de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van Binnenlandse Zaken, Ministerie van Defensie en ja, ook door de Gemeente Vught.
Min of meer hetzelfde ging het bij de verbouwing van de spoorweg door Vught. ProRail kreeg de regie en de staatssecretaris van Infrastructuur stelde het Tracébesluit vast. Vught is acht jaar een bouwput. Daarna bekijkt ProRail hoe ze de boel opnieuw willen inrichten. De Vughtenaren mogen toekijken en omrijden. (En ja, over acht jaar wordt het beter.)
Bij de N65 hetzelfde laken een pak. Rijkswaterstaat bepaalt, de Provincie regisseert. Vught mocht het bestemmingsplan tekenen bij het kruisje en 22 miljoen euro bijlappen. Ook nadat alles door de Raad van State van tafel werd geveegd trekt Rijkswaterstaat aan de touwtjes. “Die weg is niet van ons”, verklaart wethouder Du Maine zijn onmacht. Burgers en de gemeenteraad hadden niets in te brengen.
Gemeentes mogen veel zelf bepalen maar moeten ook landelijk beleid uitvoeren. Bijvoorbeeld het uitgeven van paspoorten en rijbewijzen, het voeren van de basisregistratie personen, uitvoeren van maatschappelijke ondersteuning en milieubeheer. In Vught veel méér. We hebben hier twee spoorlijnen, twee rijkswegen, twee defensiekazernes en een gevangenis. Allemaal cookiemonsters die steeds meer van Vught oppeuzelen.
Als de rijksdiensten plannen maken dan wordt de gemeente een brievenbusfirma. Stukken van het rijk doorschuiven. Wel mag Vught zijn eigen logo erop zetten zodat het iets Vughts lijkt. Er wordt en passant een greep in de Vughtse kas gedaan, want ‘het is ook voor Vught’. De rijksdienst wil het; de Vughtse ambtenaren zeggen dat het dus zo moet; de wethouder zegt het niet anders kan en de gemeenteraad zegt: “Voor!”. En onze burgemeester mag een tijdje later glunderend met de staatsecretaris op de foto. Ook voor de gemeente: “U hoeft op dit moment niets te doen”.
Hebben we hier dan niets meer te vertellen? Toch wel. De rijksdiensten weten zich onbedreigd door het Vughtse overheidsapparaat en worden daardoor soms slordig of overmoedig. Fouten worden immers niet opgemerkt. Maar Vughtse inwoners kunnen die fouten nog altijd aanvechten bij de rechter, zoals bij de N65. Een plan dat nog véél fouter was dan destijds al bleek, zo weten we nu. En de rechter kan er dan een streep doorheen halen.
Als stuurlui allemaal slecht navigeren is er dus altijd nog de wal die het schip kan keren. De rijksdiensten zijn daarom volgens mij in de praktijk banger voor de burger dan voor het gemeentebestuur. Terecht.