Ergens in mijn journalistieke verleden werkte ik een paar jaar voor een weekblad in … Oss. Daar werd in die periode een lokale lekkernij gelanceerd. Die kreeg de alleszeggende naam De Osse Trotse mee. Het was een grote bonbon, gevuld met een koffie/mokka-ganache. Enig online zoekwerk leerde me dat deze Osse Trotse nog altijd bestaat en heel regelmatig wordt verkocht. Lekker voor bij de koffie, als traktatie of gewoon om cadeau te geven, wanneer je als Ossenaar buiten je eigen stad op visite gaat. Dat bracht mij op de vraag: hebben wij in Vught ook van die plaatselijke lekkernijen, waarmee we met gepaste trots op pad kunnen gaan?
In Vught kennen we natuurlijk al sinds mensenheugenis het Vughtenaartje. Een bescheiden, rechthoekig mokka-gebak met schuim, smaakvol en eenvoudig. Dat is tegenwoordig zelfs in meerdere verschijningsvormen verkrijgbaar. Ik vraag me echter oprecht af of er hele dozen van deze gebakjes over de toonbank gaan, zeker vanuit het perspectief van lokale trots. En eerlijk is eerlijk: de concurrentie in de gebaksvitrines is moordend. De naam Vughtenaartje kom je overigens niet alleen bij de bakker/patissier tegen. Ook bij de slager is er een product met die naam te vinden. In dat geval gaat het om een mager en gekruid varkensfiletlapje, omwikkeld met ontbijtspek. Weliswaar van een hele andere orde, maar wél een product om lokaal trots op te zijn.
Er is sinds een tijdje ook Vughts bier. Een hele serie, voorzien van fraaie etiketten en getooid met toepasselijke namen als Heideblond, IJzeren Man, Isabella en De Petrus. Gebrouwen door een van oorsprong Duitse bierista, in een brouwstudio in Berlicum, of Ballekum voor intimi. Dat was wat mij betreft al een nadrukkelijke stap in de goede richting, qua product waarmee je als Vughtenaar geassocieerd wilt worden en waar je trots op zou kunnen zijn. Tel daarbij het ambachtelijke ijs van de Vughtse IJsboerderij op (verkrijgbaar in heeeeeeel veel smaken), bedenk dat er nog even een heuse koffiebrander op Fort Isabella zit (die daar helaas niet kan blijven zitten) en dat op diezelfde locatie ook Brabantse worstenbroodjes worden gebakken en je komt tot de conclusie dat de Vughtse fijnproever niets tekort komt.
Maar … verandering van spijs doet eten. En dus vast ook wel drinken. Daarom moedig ik nieuwe initiatieven op eet- en drinkgebied graag van harte aan. Zo maakte ik op de Vughtse weekmarkt recent kennis met luxe handijsjes, die nota bene direct om de hoek van het Moleneindplein worden gemaakt. Ze komen van Fresh Freddy en zijn er in vier overheerlijke smaken: naast citroen en aardbei óók in peche melba en in pittige ananas. Niet goedkoop, wél erg lekker en dus de moeite waard om regelmatig mee naar huis te nemen. En dan was er ineens ook een door twee jonge Vughtenaren gebrouwen bier: Jake’s Beer. Een bier met een hoge ‘PH-waarde’. JaKe blijkt namelijk een samenvoeging van Jan en Kees, twee bij Prins Hendrik actieve broers. De eerste lading Blondina en Tripa heeft inmiddels zijn weg naar Huize De Kort gevonden. Want zeg nou zelf: als atleten bier brouwen, dan kan het toch nooit slecht zijn …