Marie
Er zijn woorden in onze taal waarmee je heel precies kunt zeggen wat je bedoelt. Bijvoorbeeld: linksaf. Geen twijfel over mogelijk. Linksaf is linksaf. Ook al ga je vervolgens rechtsaf.
Maar er zijn ook een heleboel woorden die niet duidelijk aangeven wat je bedoelt. Neem het woord ‘nooit’. Voor hetzelfde geld zeg je eigenlijk tegelijkertijd ‘altijd’. Bijvoorbeeld: ik zal hem nooit meer zien, hij is voor altijd weg. Dan betekenen ‘nooit’ en ‘altijd’ precies hetzelfde. Hebben ze dezelfde lading. Maar ook weer niet altijd. Als je zegt: ‘Ik laat altijd de aardappels aanbranden’, zeg je echt niet tegelijkertijd ‘nooit’. Mocht je willen.
En dan zijn er vluchtwoorden. Zo ben ik ze gaan noemen omdat het woorden zijn waarin allerlei andere woorden hun toevlucht kunnen zoeken. Het duidelijkste voorbeeld van een vluchtwoord is het woord ‘leuk’. Daarin zijn zo veel woorden gevlucht dat ‘leuk’ niets en tegelijkertijd alles kan betekenen. Denk aan: fijn, gezellig, heerlijk, spannend, mooi, goed, etc. Als je ergens van baalt, kan je zeggen: ‘Ja, leuk hoor.’ Daar hoort dan wel een bepaald geïrriteerd of gepikeerd toontje bij. Dan betekent ‘leuk’ ineens rot, erg, ergerlijk, storend, jammer.
Leuk is dus een vluchtwoord, dat bovendien vaak gedachteloos wordt gebruikt. Handig woord ook als je de boel een beetje vaag wil houden. Zeg ‘leuk’ en een ander denkt dat het goed is.
Leuk hoor!