
Een paar maanden geleden werd ik gevraagd om mee te denken over het inrichten van een thema tentoonstelling in DePetrus over “verdwenen scholen”. Dat vond ik een hele eer en ik dacht dat ik daar zeker een waardevolle bijdrage aan zou kunnen leveren. Toen we echter aan de slag gingen, met nog meer onderwijsmensen uit het Vughtse en Helvoirtse bleek dat het toch niet meeviel om de geschiedenis van de scholen te achterhalen. Veel informatie kregen we van mensen die de scholen nog kenden vanuit hun jeugd of die er gewerkt hadden. Maar dat waren er niet zoveel. Scholen en met name de bijzondere scholen bleken niet zoveel te bewaren. Zeker scholen die al een paar keer verhuisd waren of nieuwe gebouwen hadden gekregen, hadden veel materialen en archief opgeruimd. Hier en daar was er gelukkig bij particulieren nog wel wat de vinden. Die zoektocht leverde leuke informatie op, maar meer nog prachtige gesprekken over de school van vroeger, het onderwijs van toen en allerlei belevenissen. Gelukkig had ook het Vughts Museum in de loop der tijd zelf al van alles verzameld over het onderwijs en ook bij het Brabant Historische Informatie Centrum (BHIC) was veel informatie te vinden over de scholen c.q. schoolgebouwen van toen. Zondag 15 januari wordt de tentoonstelling officieel geopend en dan hebt u nog tot 12 maart de tijd om te gaan kijken en er herinneringen op te halen. Want dat werd me wel duidelijk in de aanloop naar deze tentoonstelling. Het is zo belangrijk om de geschiedenis te bewaren en de verhalen te vertellen. We kunnen er zoveel van leren en het vertelt ons hoe het allemaal zo gekomen is en hoe we zo geworden zijn. Het is dan jammer te constateren dat er veel niet meer is, niet meer bewaard is op schrift, in archieven, tekeningen of verhalen. Want het is mij duidelijk geworden, dat als we dat alles niet goed bewaren we gaan vergeten. Misschien zijn er wel zaken die we ook willen vergeten en andere herinneringen die we juist willen koesteren maar samen maken ze wel wie we zijn geworden en hoe onze samenleving zich ontwikkeld heeft.
In de dagbladen is er onlangs een hele discussie ontstaan over het belang van geschiedenisles in het onderwijs. Dit naar aanleiding van verschillende missers van kandidaten m.b.t. Vaderlandse geschiedenis bij de Slimste Mens. Een geschiedenisdocent verkondigt in een artikel zijn mening en vindt dat er drie jaar lang drie uur per week geschiedenisles gegeven moet worden op de VMBO-scholen. Dan bereik je heel veel kinderen. Historische besef is volgens hem een basisvaardigheid. Het leert jongeren om tot een beter beeld te komen. Ik ben het met hem eens dat er in het onderwijs aan dat historische besef gewerkt moet worden en dat het een basisvaardigheid is. Het is dan ook goed om te zien dat scholen in de gemeente Vught daar zeker aan werken en dat bijv. doen door in hun eigen leefomgeving in de geschiedenis te duiken. Zo hebben de leerlingen van De Springplank een Pietertjespad gemaakt. Een route uitgezet in het centrum van Vught met alle historische en culturele belangrijke elementen. Ook de leerlingen van Kindcentrum De Leydraad in Cromvoirt gaan naar analogie van het Pietertjespad een route in Cromvoirt uitzetten met o.a. alle cultuurhistorische zaken die de kinderen belangrijk vinden voor het dorp. Zij gaan dat helemaal zelf uitzoeken, uitzetten en illustreren. Stiekem zijn ze ook even naar de tentoonstelling van de “verdwenen scholen” in opbouw gaan kijken omdat ze toevallig toch in DePetus waren i.v.m. de voorbereidingen op hun cultuur-historische-natuurroute. Zij vonden het heel interessant. Ik denk dat het de moeite waard is om straks zelf ook eens met uw kinderen of kleinkinderen te gaan kijken naar uw eigen (verdwenen) school en bijbehorende team- en schoolfoto’s.
Wat zullen er weer prachtige verhalen verteld worden en misschien winnen ze nog eens de Slimste Mens.