Ton Wagenaars
“Hij die zegt dat hij veel vrienden heeft, heeft geen vrienden”, aldus de wijsgeer Aristoteles en ik ben fan van hem. Vooral in deze tijd van “feestboek” en Twitter kom ook ik steeds meer tot diezelfde conclusie.
Houd het even onder ons: U komt mij niet tegen op twitter. Mij gaat U niet vinden tussen al die twijfelende twitteraars op zoek naar aandacht, erkenning, status en vooral vriendschap.
De virtuele vriendenkring gaat aan mij voorbij, dan ben ik maar een recalcitrante Neanderthaler. Bij hoge uitzondering kan ik verdwaald raken op Facebook, maar dat dan ook altijd op verzoek van derden omdat ik anders iets essentieels zou missen. Dat valt altijd mee, want als redelijk ontwikkelde homo-sapiens krijg ik geen rillingen bij de mededeling dat “onze poes vijf kittens heeft gekregen”. Ook geen psychische klachten nadat ik gelezen heb dat men “mosselen heeft gegeten”, uiteraard met vrienden. En ik voel me ook niet jaloers als ik een foto moet bekijken, waar een grote uitgelaten groep zich heeft verzameld rond een uitgebreide dis met volop exotische drankjes. Eronder kan je dan een reactie geven en het aantal reacties wordt vermeld. Volledig niet ter zake doende is dan ook nog de mogelijkheid om onder de foto een duimpje aan te klikken met de alleszeggende aankondiging “Vind ik leuk”. Daar kan je dan mee pronken want je bent een gewaardeerd mens. Er zijn grenzen aan de waanzin
Hoe het werkt; geen idee, maar ik krijg dagelijks tientallen verzoeken om vriend te worden. Er staat dan ook soms nog een fotootje bij van iemand. Heel af en toe is er sprake van gezamenlijke vrienden. Als uitsmijter krijg je soms ook nog eens te zien hoeveel virtuele vrienden iemand al heeft: soms wel honderden. Compleet hysterisch vind ik de toevoeging dat er personen zijn die volgers hebben. Volgelingen dus. Een soort van discipelen. Dan krijg je een soort herderlijk gevoel of goddelijke ambities. Ik ga U hier even melden dat ik ervan griezel en dat ik geestelijk echt in de problemen kom, als ik zie dat er zelfs “sites” zijn die je in contact kunnen brengen met een heuse geliefde in de dop. Hallucinaties krijg ik als je dan ook nog eens moet voldoen aan de eis van “alleen voor hoogopgeleiden.”
Ik ga U helpen. Ik ben van die generatie die nog naar een club ging, daar luisterde naar muziek en een dansje maakte met een prachtige prinses om die later die avond dan naar huis te brengen op de Puch. Dan vroeg ik Sneeuwwitje wel eens of we voor een volgende keer nog eens konden afspreken. Intens gelukkig als ze dan haar duim opstak en zachtjes zei: “Vind ik leuk.”
Iets stichtelijk moet uiteraard ook in mijn kroniek opduiken en dat gebeurt hierbij door mijn visie te geven op heuse vrienden. Volgens mij zijn er drie soorten. Ten eerste de economische vrienden. Dat zijn de personen bij wie je je aansluit omdat er gewin bij gehaald kan worden. De categorie “hogeboordenslijmers” waarbij je status vergaart doordat er wat te halen valt. Je pikt een zilveren vorkje mee in een sterrenrestaurant, zwemt in zijn of haar privézwembad en mag zijn BMW of Porsche ( ik weet hoe je dat schrijft) lenen. Je kan je met hen kosteloos een coma zuipen en ook de promotie zou wel eens dichterbij kunnen komen. Wel de verplichting om te blijven lachen om grappen die niet leuk zijn.
Dan zijn er nog de vrienden die vallen onder de categorie feestneuzen. Daarmee ga je naar de kroeg, zuip je je een stuk in je kraag en vertel je sterke verhalen. Het heeft allemaal de diepgang van een platvis maar je hebt vrienden. De echte vrienden echter, die waar je op kan terugvallen als het even minder gaat, is een select groepje van een handvol heuse vrienden. Twee tot misschien vijf. Neen. je eigen gezin niet meetellen. Daarmee bespreek je levensvragen, je twijfels en problemen. Dit alles is veel beter dan die vierhonderd virtuele vrienden op “Feestboek” of twitter waarvoor je wekelijks ook nog eens je profielfoto moet bijwerken! Kortom tamme trendvolgers op Twitter. je twittert je maar klem, maar ik prefereer een persoonlijk gesprek of een aardig verhaaltje, zoals dit. Vind ik leuk.
Om in herhaling te vallen: “vind ik leuk”
Ton, eerst prik je een vorkje mee, daarna pik je het pas………
Beste Ton,
Áls je al vergelijkingen hanteert, doe het dan goed.
Bijvoorbeeld: … met de diepgang van een platvis… lijkt leuk, maar slaat als een een tang op een witvis.
Platvissen zijn bodemvissen. die behoorlijke diepgang hebben, maar dat hoef ik jou als redelijk ontwikkelde homo sapiens niet te leren. Dat weet je natuurlijk al. En ik kan het weten, want ik ben een ‘Vissen’.
Verder maak je in dit zelfbenoemde ‘aardig verhaaltje’ wel erg duidelijk dat je meer weet van Facebook en Twitter dan je gemiddelde leeftijdgenoot, terwijl je in hetzelfde verhaaltje dat juist probeert te ontkrachten.
Jammer.
Maar toch
Met vriendelijke groet,
Gabriël