De opwarming van de aarde is een mondiaal probleem. Maar Vught maakt er gehakt van.
De klimaatverandering op onze mooie planeet komt omdat wij als mensheid te veel hebben afgefikt. Hitte, droogte, stormen en overstromingen zijn intussen knap lastig geworden. Dus nu moet er wat gebeuren, ook al weten we dat het twintig jaar te laat is. Maar goed, beter laat dan nooit.
In Den Haag ging het als volgt. “Als land moeten we iets doen. Lastig voor het land! Moeten wij nou gaan bepalen dat bijvoorbeeld Zeeland en Flevoland geschikter zijn voor windmolens dan Drenthe of Limburg of de Meijerij? Dat is wel zo, maar da’s Visie, daar doen wij niet aan! Dus we gooien het gewoon bij alle gemeenten over de schutting. De Regionale Energie Strategie. Iedereen zijn eigen klimaatplannetje. Heel het land een spijkerbed van windmolens. Klaar!”
De Vughtse politiek hapte gretig toe. Vught wordt kampioen energietransitie! Laten we nog meer doen. Méér zon op de daken, méér wind in de wei. En iedereen die dat niet wil poeieren we af met: dat is nimby-denken! Not in my back yard. Foei!
Wat is er mis met not in my back yard? Dat geldt toch voor elke narigheid? Die willen we niet in onze woonbuurt. Dus nadat de raadsleden eerst keken of de 200 meter hoge windturbines niet in hún achtertuin zouden komen zeiden ze: doe maar in de achtertuin van Cromvoirt, de Distelberg of Esch. Daar wonen weinig mensen. En als die mensen tegen zijn dan is dat gewoon nimby. Niet naar luisteren. Scheelt maar een paar stemmen.
Bestuurders zoeken altijd de weg van de minste weerstand. Dus mensen pressen om hun huizen te isoleren (Vught kleurt rood qua energielabels, met al die oude huizen) of bedrijven en boeren onder druk zetten om zonnepanelen op hun daken te leggen, of zelf zorgen voor duurzame gemeentegebouwen; te lastig! Gewoon in een achterafdorp een paar windturbines in de wei plempen en je bent er.
Tijdens de raadscommissievergadering eind november waarschuwden diverse insprekers tegen het Vughtse turbinedenken, dat grote schade berokkent aan Cromvoirt of Esch of de Distelberg of de landgoederen in Vught-Oost. Ze werden nog net niet uitgelachen. Raadsleden draaiden gewoon hun vooraf bedachte tekstjes af. Luisteren naar de inwoners doen ze alleen als het te pas komt.
De Meierij met zijn dorpjes en natuur leent zich niet voor windturbines. En zeker het buitengebied van Vught niet. Witte stalen draaitorens snijden daar als ijspriemen door een oud schilderij. Windmolens kunnen wel bij de Maas, op grootschalig industrieterrein, op plekken die toch al verpest zijn door distributiedozen of in platgespoten polders. Maar daarover afspraken maken met Waalwijk, Den Bosch of Tilburg kan of wil Vught niet.
Broeikasgas komt van mensen, industrie en verkeer. Maar de natuur en het landschap in heel Nederland kunnen er weer voor opdraaien. Onze Meierij mag door de gehaktmolen. Net als de vogels en de vleermuizen. En de stuurloze Haagse politici lachen in hun vuistje. Het is gelukt! Ze zijn er weer ingetrapt!