Home Columns Rupsje Nooitgenoeg

Rupsje Nooitgenoeg

Peters Corvers, redacteur Blikveld

Peter Corvers

Sommigen wonen er al 40 jaar. In de bossen tussen de Distelberg en de Giersbergsebaan in Helvoirt staan 39 veelal houten woningen, door vrijwel iedereen recreatiewoningen genoemd. Zo’n 29 daarvan worden al jaren permanent bewoond. En dat mag niet.

De meeste van die houten huizen zijn in de jaren 50 gebouwd, in een bosgebied waar vroeger bomen werden geteeld voor de mijnindustrie. De woningen liggen aan onverharde wegen, er zijn geen centrale of recreatieve voorzieningen aanwezig. Toch worden ze aangemerkt als recreatiewoningen die niet permanent mogen worden bewoond. In al die jaren hebben de voormalige gemeenten Helvoirt en Haaren dat wonen gedoogd. Een keer, in 2017, dreigde de gemeente Haaren met ingrijpen. Maar na gesprekken met de bewoners die hierop volgden werd uiteindelijk de knoop doorgehakt: de bewoners mogen onder voorwaarden permanent gaan wonen. Juridische zekerheid dus na vele jaren.     

De bewoners, verenigd in de Huiseigenaren Vereniging (HV) Bosbewoners strijden daarvoor al jaren al verandert er voor de meesten feitelijk weinig. Een aantal bewoners heeft intussen een vergunning of gedoogverklaring. Zij mogen er wonen tot overlijden of totdat hun huis wordt verkocht, een aantal wil ook uitbreiding van die woning. Dat laatste zal nog niet zo gemakkelijk zijn.

De voormalige gemeente Haaren heeft met de bewoners afspraken gemaakt over permanente bewoning, in overleg met de provincie die dit beleid bepaalt. Een belangrijk argument voor de koerswijziging is dat de woningen niet als recreatiewoningen kunnen worden aangemerkt omdat zij niet uitwegen op verharde wegen en er geen voorzieningen zijn. Hier is sprake van een uitzonderlijke situatie zodat precedentwerking niet aan de orde is, is de redenering. Maar die conclusie had natuurlijk veel eerder getrokken kunnen worden.

Vught wil dit jaar permanente bewoning in een bestemmingsplan vastleggen en regels stellen aan (uitbreiding van) de woningen. Uitgangspunt is het ‘kleinschalig’ wonen in het bos, schrijft de Vughtse raad, de woonfunctie moet ondergeschikt zijn en blijven aan de natuurlijke omgeving. Het mag immers geen villawijk worden. In een startnota stelde de gemeenteraad eind vorig jaar uitgangspunten vast, zoals een maximale oppervlakte van 80 vierkante meter. Onder het Haarense plan was dat 260 m3. De vraag is of je met die wijziging het doel ‘kleinschalig bouwen’ bereikt en de bosbewoners niet in de kaart speelt. Die hebben een beroep lopen voor uitbreiding naar 375 m3… Andere afmetingen sluiten beter aan bij kleinschalig wonen in het groen: een overkapping of carport mag hoogstens 15 m2 en een berging 12 m2 (onder het Haarens plan was dat 30 m2). Terecht dat de politiek scherpe grenzen stelt aan woningen in een bosgebied dat grenst aan een Natura 2000 gebied. Nou nog de handhaving van die regels!

Milieuclub Het Groene Hart is daar juist bang voor. ‘Er zullen op termijn grote, stenen huizen in het bos staan’, voorspelde Bart Wijffels in de commissie. Ook de politiek heeft zorgen. ‘Hoe bewaren we de kwaliteit van het gebied?’, zegt Nino de Lange (PvdA/Groen Links).  Albert Verlinde (VVD) wijst op de natuurlijke waarden van het gebied en heeft zorgen over de gevraagde vergroting van het aantal m3 door de bewoners. Joris Vrensen (PLV) zegt het anders: ‘Het moet geen Rupsje Nooitgenoeg worden. Grenzen die steeds verder worden opgerekt.’

Het is aan de bosbewoners om te laten zien dat die metafoor niet opgaat.  

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in