
De Vughtse burgemeester Roderick van de Mortel wandelt elke morgen rond zeven uur met zijn vrouw door het bos van Maurick. Heerlijk even de natuur in. Vijftien en een half jaar is hij nu eerste burger van Vught en verknocht aan dat dorp, dat blijkt uit alles. Ook uit een gesprek dat hij een tijdje terug had op NOVO3. Vught heeft alles, zegt hij: veel groen, als je houdt van de natuur, als je wilt voetballen, tennissen, hockeyen, Vught heeft het allemaal, laat hij trots weten. “Het is gewoon een heel leuk dorp. Helvoirt, Cromvoirt en Vught. Het is hier echt genieten van het leven. Ik heb het hier ontzettend naar mijn zin.”
Vught is een aantrekkelijke woongemeente, zeker. Het dorp komt in 2022 zelfs op de lijst van het jaarlijkse onderzoek van weekblad Elsevier opnieuw uit de bus als de beste woongemeente van Brabant, landelijk op nummer 14. Al zijn er ook dorpen waar je niet in een fietsrondje van een half uur acht keer voor een dichte overgang staat te wachten… En dorpen met ….. Nee, stop. Van de Mortel, die deze week zijn lobby voor een veiliger Vught succesvol zag afgerond met een zittingszaal binnen de EBI, mag zeker trots zijn op zijn Vught. Daar heeft hij alle reden voor.
Maar hoe lang blijft Roderick nog onze eerste burger? De burgemeester is aan zijn derde periode van zes jaar bezig. Op de vraag hoe lang hij nog in Vught blijft antwoordt hij in de NOVO3-studio: “Nee, ik blijf niet 10 jaar meer bij u.”
Nee, ook voor de burgemeester van Vught is dit dorp geen logisch eindstation. Dat was het ook niet in 2017 toen Van de Mortel, geboren in Den Bosch, zijn geliefde Vught graag had ingeruild voor het burgemeesterschap van de Brabantse hoofdstad.
Ooit was Van de Mortel het jongste raadslid, de jongste wethouder en de jongste burgemeester van Nederland. Hij was vier jaar fractievoorzitter van de VVD in de Bossche gemeenteraad en vijf jaar wethouder in die stad.
Roderick is nu 51 jaar. Een burgemeester moet op zijn zeventigste met pensioen. Van de Mortel heeft dus nog even…. Maar wil hij burgemeester blijven na Vught? Wat wil hij eigenlijk nog?
Is Tweede Kamerlid iets voor hem? “Dat ligt mij minder”, reageert hij in datzelfde vraaggesprek. “Dat is op afstand. Ik houd ervan op straat aangesproken te worden en zelf problemen op te lossen als het op te lossen is. Ik ben meer een doener.” De Tweede kamer valt dus af! Commissaris van de Koning dan? “We hebben een hele goeie commissaris”, ontwijkt hij de vraag behendig. Natuurlijk is dat voor hem een prachtige job. Maar dat zeg je niet hardop!
Ergens anders burgemeester? “Dat dat… weet ik eigenlijk niet”, reageert hij enigszins weifelend. “Ik denk, maar pin me er niet op vast hè, dat ik na Vught, dat denk ik nu, niet ergens burgemeester word. Als je eenmaal burgemeester van Vught bent geweest dan…” Toen onderbrak de interviewer Van de Mortel. Geen idee waarom. Wat had hij willen zeggen? Leuke invuloefening!