En bij binnenkomst wordt er dan ook nog eens geapplaudisseerd. Drie tafels vol oud-leerlingen die je grinnikend aankijken en elkaar aanstoten: “Hij leeft nog” zie je ze denken. Ik bekijk hun volwassen koppen die eens zo heerlijk puberaal bij mij tijdens de lessen ontwikkeld werden met een puistje hier en een pukkel daar. Ik ging daar altijd voorzichtig mee om want ik wist hoe gevoelig dat lag op een leeftijd waar je aan alles twijfelde. Zelf was het volkje niet zo tactisch: “Kijk eens meneer, Eva heeft een volledige grindtegel….”
Het wordt steevast ieder jaar wel eens beloofd: Een reünie houden van een club, elftal of familie. Maar het vaakst toch wel van een klas. Zo’n groep leerlingen die een jaar lang bij elkaar in een klas werden gestopt en waar lief en leed met elkaar werd gedeeld. Kleinood van zo’n schooljaar is dan altijd de klassenfoto waar men keurig in drie of vier rijen naast elkaar werd opgesteld met bovenaan in de hoek de mentor of klassenleerkracht. Men werd verzocht geen rotgeintjes uit te halen bij het maken van de opname en als het even kon ook een beetje te lachen. Dan leek het of je gelukkig was en in sommige jaren was dat ook zo. Die klassenfoto’s worden bewaard en mits niet verloren in de loop der jaren als kleinood meegenomen bij bijvoorbeeld een reünie. Ook andere relikwieën worden meegenomen en getoond: een veelvuldig gedragen T-shirt met veelzeggende teksten of afbeeldingen, teksten van een lied of foto’s van een cabaretuitvoering of natuurkamp, een vergeelde foto uit de krant.
Opvallend hoe sommigen nog zoveel herinneren en dat er ook een aantal is dat zijn klasgenoten niet meer bij naam kent. Bij een enkel lied wordt na een eerste regel spontaan het gehele lied ten gehore gebracht: “Alles heeft een end, alles heeft een end….. maar een knakworst heeft er twee.” Een canon die na jaren nog blijft doorgalmen.
Wel en wee wordt gedeeld en er is volop belangstelling voor de afgelegde weg in het leven en dat wordt alleen maar interessanter als het een reünie betreft na bijna veertig jaar. Uniek zijn reünies die om de vijf of tien jaar worden gehouden. Maar het gebeurt, zeker als de groep hecht was en er in hun midden enkele regelaars zijn die de organisatie wel op zich willen nemen. Ooit was ik bij reünies waar op tafel drie kaarsjes stonden. Aangestoken en bewust centraal opgesteld. Het betrof diegenen die de groep al ontvallen waren. Ze hoorden er nog steeds bij. Ook wordt er wat af geknuffeld en soms is er de bekentenis: “Ik was hartstikke verliefd op jou, maar jij zag mij niet staan..” En ook is er soms de afrekening: “Nu ben je best heel aardig maar destijds had ik een hekel aan jou, want je was een pester.”
In sommige bijeenkomsten is er een hijgerig sfeertje. Want dan zijn er enkelen die eraan hechten om te melden dat ze een glanzende carrière hebben en nu “wel tientallen mensen onder zich te hebben”. Het pronken met een cabriolet of luxe automobiel maakt ook soms deel uit van de hernieuwde kennismaking. Gegrijns is er dan bij diegenen die met de fiets kwamen.
En ik mag daar dan deel van uitmaken, herhaaldelijk zelfs. Daar ben ik trots op en daar geniet ik van. Geweldig te horen dat de ooievaar bij welhaast iedereen is langs gekomen en dat men een beroep heeft gevonden waarin men zich happy voelt. En ook heerlijk te horen dat dat stille meidje zich ontwikkelde tot een welbespraakte vrouw die mondig alle vragen beantwoordt en van repliek dient. “Ik heb op het gymnasium een klas overgeslagen en jij Suzanne? “ “Ik heb het hele gymnasium overgeslagen. Ik had een gelukzalige tijd op de mulo.”
In februari is er weer een andere reünie. Ik ben erbij.