Theo Vorstenbosch
Het gaat me steeds meer tegenstaan “politiek”. Het woord krijgt voor mij steeds meer een negatieve en bittere smaak. Bijna iedere keer als politiek ter sprake komt, gaat het over chaos. Kijk maar naar onze provincie. De partijen in de staten vechten elkaar de tent uit en er is een heel arsenaal aan informateurs nodig om te onderzoeken of men het misschien over iets eens kan worden. De partijen vertrouwen elkaar voor geen meter en de verschillende achterbannen leggen zo’n druk op de partijen en bestuurders dat men niets durft. Daarnaast bestaat er steeds de verdenking dat men elkaar niet alleen met inhoudelijk argumenten wil bestrijden, maar dat er via omwegen heel mooie bedragen binnenkomen om bepaalde belangen te behartigen. Dat zomaar op provinciaal niveau. Maar een echelon hoger is het ook niet beter. De informateurs krijgen het ook daar niet zomaar voor elkaar een paar partijen op een lijn te krijgen. Ook als men de persoonlijke ego’s van politici en bestuurders even aan de kant zet en op inhoud naar overeenstemming te zoeken, lukt dat niet. Verschillende politieke partijen vallen dan gewoon met een hoop gekrakeel uit elkaar. We moeten maar blijven wachten tot de stokpaardjes van iedereen aan de kant gezet worden en de werkpaarden aan de slag gaan. En ook dan blijkt dat men aan alle kanten aan de verantwoordelijke politici trekt en ook daar heel wat geld op verschillende, niet traceerbare manieren, naar partij kassen vloeit. Als dan ook nog blijkt dat men ook onderhands alles aan elkaar doorschuift, waardoor er onbetamelijke winsten gemaakt worden ten koste van de Nederlandse kas c.q. ons belastinggeld, wordt het allemaal nog erger. Zeker als daarnaast nog blijkt dat mensen die wel voor rechtvaardigheid gaan en vechten voor gerechtigheid, af geserveerd worden. Dat gebeurt allemaal in een democratie waar we zelf onze mensen gekozen hebben die voor ons de provincie en het land moeten besturen en de belangen van alle Nederlanders moeten behartigen. Helaas lukt dat op deze manier dus niet echt.
Natuurlijk moeten we blij zijn dat het niet gaat zoals in Belarus of Myanmar, waar verkiezingen zo gemanipuleerd worden dat die stem gewoon niets waard is, want de gevestigde orde bedenkt altijd wel iets om niet toe hoeven luisteren naar de stem van het volk. Maar ook in onze eigen EU kunnen leiders van een land wetten uitvaardigen die gewoon ongelijkheid en racisme in de hand werken. Helaas wordt daar dan bijna door niemand een vuist tegen gemaakt.
Gelukkig is het bij ons in Vught beter. Daar wordt constructief samengewerkt door coalitie en oppositie, staat burgerparticipatie hoog in het vaandel en luisteren de bestuurders naar hun burgers en doen ze wat ze beloofd hebben in hun campagnes. Daar is een woord een woord, houdt men zijn of haar rug recht en communiceert men open en transparant. Het dualisme zoals het bedoeld is, werpt hier zijn vruchten af.
Toch?