
Als Helvoirter kijk ik sinds een jaar met interesse naar de Vughtse politiek. Want die gaat immers per 2021 ook over mijn dorp Helvoirt. De herindeling van Haaren moet het voor Helvoirt beter maken. Maar is het Vughtse gemeentebestuur zoveel beter dan?
Nou is het al gauw beter dan Haaren. Die gemeente, waar Helvoirt nu nog bij hoort, heeft volgens de provincie en het rijk een ‘gebrek aan bestuurskracht’. Dat is nette bestuurstaal. Helvoirters gebruiken hardere woorden voor hun ambtenaren, bestuurders en raadsleden. Afijn, dat gemeentebestuur wordt niet voor niets opgedoekt.
Dan Vught. Ik heb in Vught enkele ambtenaren getroffen die beter zijn. Moet ook want ze krijgen ook meer betaald. Ik zie een vriendelijke en correcte burgemeester. Een verademing, vinden ook andere Helvoirters waarmee Van de Mortel kennis maakte. Vught heeft een paar wethouders die goed hun best doen. Ook enkele raadsleden lezen zich goed in en kunnen de vinger op zwakke plekken leggen. Allemaal beter dan Haaren. So far so good.
Maar, om even in literair Engels door te gaan: “There is something rotten in de state of Vught”. Dat is het gedoe in de gemeenteraad. Je hoopt dat gemeenteraadsleden – namens ons – proberen om beleid goed te controleren en te verbeteren. Maar in plaats van hun kennis en kunde inzetten voor beter beleid voor hun inwoners zie je ze vooral energie steken in ruzie maken met elkaar.
Er is in Vught een diepe kloof tussen de coalitiefracties van Gemeentebelangen, VVD en PvdA-GroenLinks enerzijds en de oppositiefracties van D66, CDA en SP anderzijds. Die twee kampen stellen zich steevast als kemphanen op. Vooral met sneren en verwijten. Naar elkaar luisteren is er niet bij, iets van elkaar aannemen al helemaal niet. De gemeenteraad had na de benoeming van de wethouders net zo goed thuis kunnen blijven. Het college regeert, de coalitie volgt dat klakkeloos en van echte besluitvorming in de raad is geen sprake. Wel van gebakkelei.
De fractie van Gemeentebelangen doet – als verstokte bestuurspartij – geen moeite om uit te leggen waarom ze hun wethouders steunen. Niemand luistert er dus naar. De VVD-ers maken er een sport van om zo hautain mogelijk te laten zien dat de mening van de rest hun de reet kan roesten. PvdA-GroenLinks bungelt aan een rechts bestuur en bijt kribbig van zich af. Iedereen heeft een pesthekel aan die bijdehandjes van D66. De SP-ers mopperen over alles en het CDA zucht en steunt. Leuke club, kortom. Maar goed dat zo weinig Vughtenaren komen kijken.
Vughtse politici spelen debatingclubje. Niet met fraaie retorica maar met hakketakken, sneren, afzeiken. Jammer. Want een gemeenteraad is geen debatingclub. Het gaat over serieuze zaken die veel inwoners zeer raken. Zij willen wat beters van hun volksvertegenwoordigers.