Al sinds de oudheid strijdt de mensheid tegen de natuur. Ook nu en in Vught heeft onze soort de natuur graag onder controle. Natuur, da’s mooi voor de bossen, maar liever niet in het dorp. Dat hoorde ik onlangs ook weer betogen door twee gemeenteraadsleden over een nieuw op te stellen Groenvisie voor Vught: “Geen onkruid en ongedierte! Het mag geen zooitje worden.” Tja, het is me wat met die wildernis in Vught. Een ware jungle en overal wilde beesten!
Niet dat de Vughtenaren niet van de natuur houden. Bij onderzoeken naar de beleving van Vught scoort “groen” altijd het hoogst. Iedereen vindt bomen en landschap en parken en vijvers prachtig. Alleen… die ene boom voor mijn oprit, die moet om. Want die geeft zoveel bladafval. En de vogels schijten de auto onder.
Mensen vinden vlinders mooi, glimlachen bij het horen van een uiltje in de late avond, vinden een egeltje schattig, eekhoorns leuk en kijken graag naar de slechtvalkjes in de Petrus. Maar het voedsel van die diertjes – wilde bloemen, muizen, slakken, insecten – dát moet onmiddellijk weg. Maaien die bermen, spuiten die bestrating, kappen die boom, verdelgen die kruipers! Tenminste, sommigen dénken dat velen dat vinden. Misschien is dat een verouderd idee. Maar er zijn altijd raadsleden die graag verouderde ideeën vertolken.
Hoe dan ook, de Vughtse Dienst Beheer Openbare Ruimte maait, veegt, kapt, klepelt, blaast, zuigt en verdelgt erop los. Maar de natuur slaat terug… Onze menselijke natuur, want wij zijn natuurlijk ook gewoon dieren, met dunne vingers en dikke hersens. Wat blijkt uit recent medisch onderzoek: vervreemding en onthouding van de natuur schaadt onze gezondheid. Mentaal, fysiek; bij kinderen met meest. Het leidt tot stress, hart- en vaatziekten, agressiviteit en allergieën. En tot hetere straten in de zomer. Groen is meer dan versiering, maar cruciaal voor onze habitat.
Voor de natuur kun je ook op het terras van de IJzeren Man gaan zitten. Of fietsen in het buitengebied. Prima. Alleen, daar gaat het niet zo goed met de natuur. De bossen rond Vught zijn stervend. Het platteland is verschraald door intensieve agro. Wel groen maar geen natuur. Dus ontkomen we er niet aan om ook in de bebouwde kom meer natuur te krijgen. En dat betekent: minder opruimen, meer verwildering. Omdenken, raadsleden! Wat jullie onkruid noemen zijn waardplanten voor roofwespen die weer jagen op eikenprocessierupsen. Wat jullie ongedierte noemen is voedsel voor predatoren, die dan van vuilniszakken afblijven. Onkruid en ongedierte bestaan niet.
Gelukkig keert het tij. We zien al plekken waar minder strak beheerd wordt, zoals op de foto. Een mooi compromis tussen platmaaien en wildernis is sinusbeheer: delen van grasvelden laten doorgroeien en delen afmaaien, afwisselend. Gebeurt hier ook al. Het is bewerkelijker, maar je krijgt er een beetje hoognodige natuur voor terug.