Sander Wieringa
Naar de bliksem
Donderdag was een inloopavond in Cromvoirt over windmolens en zonneweides die ergens moeten komen. Even dacht de gemeente dat het afkon met een eenmalige presentatie in Helvoirt. Maar veel Cromvoirtenaren en Distelbergers hebben grote zorgen over wat dit gaat doen met hun omgeving, hun woongenot en de waarde van hun huizen. Nog maar een paar keer inlopen dan maar. Niet dat het veel uitmaakt, trouwens.
Vught volgt een ‘beslisfuik’. Het begon zo breed dat iedereen het ermee eens was. Willen we groene stroom? Zeker! Stap voor stap werd het lastiger, maar er lijkt geen weg meer terug. Zo ging in 2020 de gemeenteraad akkoord met de regionale energiestrategie. In 2022 besloot de raad tot enkele zoekgebieden. En nu hebben we dus een rapport over die locaties. Zo regel je een zorgvuldig besluit. Maar dat is schijn.
De hoofdzaak werd beklonken in achterkamertjes, bij de coalitievorming in 2021. “We zullen ons aandeel leveren in de plaatsing van windmolens en/of de opwekking van zonne-energie”, kwam in het Vughtse coalitieakkoord. Resultaat van koehandel tussen VVD, D66, PvdA-GroenLinks en CDA. Later tekende ook Gemeentebelangen ervoor, om alsnog een wethouder te krijgen.
Wethouder Toine van de Ven vertelde ons in mei 2022 dat de gemeente eerst zou inzetten op energiebesparing, dan op zonnedaken en als dat niet genoeg zou zijn pas windmolens en zonneweides. Hij wees op de grens met Heusden, met Boxtel of langs de A2. De opbrengst zou voor 100% in Vught blijven. Daar kwam allemaal niets van terecht.
Dus moeten er windmolens komen bij Cromvoirt, op de Distelberg of bij Beukenhorst. Ruim twee keer zo hoog als het Provinciehuis. Op plekken waar bouwwerken maximaal 12 meter hoog mogen zijn. En zonnevlaktes, waar vanwege het landschap geen plantenkas mag staan. De opbrengst gaat naar grote energiemaatschappijen. Wellicht dat een lokale boer er nog aan verdient; er wordt minstens 40 mille per jaar per molenplek betaald, hoorde ik.
Wethouder Nino de Lange vertelde in Blikveld dat er wat hem betreft voor 2023 drie windmolens langs het Drongelens Kanaal kunnen komen. Later nog drie erbij. “Zeer kansrijk”. Klopt, want de kaarten zijn geschud. De meerderheid van de raad moet vóór stemmen en daarmee waarschijnlijk de Gement en/of de Distelberg naar de bliksem helpen. Letterlijk en figuurlijk.
Hoewel? Als politici zeker zijn van een meerderheid worden ze nonchalant en maken ze fouten. Dat gebeurt nu ook. Dit gaat geheid naar de Raad van State. Een zitting bij deze hoogste bestuursrechter is geen inloopavond! En “Waar moeten ze dan wél komen?” is voor rechters geen kwestie. Die kijken alleen of het genomen besluit aan alle eisen voldoet. Zo niet: streep erdoor.
“Als Vught niet kiest dan doet de minister het voor ons”, zei een wethouder. Dat is de vraag, want welke minister wordt dat dan en wil die nog windmolens? Bovendien maakt het niet uit. Dan moet die minister maar naar de Raad van State komen. Ook dan zal blijken of het hier kan en mag.