Even een trap tegen een open deur: we leven in een tijd waarin de ene crisis zich op de andere stapelt. Iedereen merkt het. Van de energierekening tot aan de kassa van de supermarkt. Je zou er een hartverzakking van krijgen. Maar er zijn altijd mensen slechter af dan ik. Bij mij is het nog niet ‘heat or eat ‘. Ik ben geen jonge vluchteling die in zijn eentje na een barre tocht in Nederland terecht kwam, vooruit gestuurd door wanhopige ouders in de hoop op hereniging en een beter leven. Valse hoop, want die ouders mogen pas komen als hun kind hier huisvesting heeft. Huisvesting in een woning wel te verstaan, niet in een AZC. Die hereniging kunnen ze voorlopig dus vergeten. Ik hoef ook niet in de rats te zitten of ik wel op mijn werk kan komen omdat de treinen weer eens niet rijden. Eigenlijk niets te klagen, ik weet het.
Ik doe het toch even. Ook een bofkont als ik moet af en toe haar hart luchten. Ik had namelijk Murphy op bezoek. U weet ongetwijfeld dat deze logé voor een serie pechgevallen zorgt. Het begon redelijk onschuldig met mijn hulp die de glazen kan van mijn blender aan diggelen liet vallen. Nou ja, kan gebeuren. De volgende dag nam ik met de auto een bocht te scherp. Daardoor schampte ik de -belachelijk hoge- stoeprand. Flinke schade, drukte in de garage dus voorlopig gebutst en gedeukt rondrijden. De dag daarna begaf mijn mobiel het. Een nieuwe aanschaffen is -afgezien van de kosten- een fluitje van een cent. De vriendelijke verkoper zette de inhoud van de oude telefoon over naar de nieuwe. Dan kan je bijna alles weer op dat apparaat. De rest moet je zelf her-installeren en dat kostte deze semi-digibeet een frustrerende halve dag. En twee dagen geleden was ik ineens snotverkouden. Loopneus, keelpijn, hoofdpijn, keukenrol onder de arm, niesbuien. In deze tijden denk je toch: zou het Corona zijn. Toch maar even een zelftestje. Negatief. Murphy pakt zijn koffers, dacht ik hoopvol. Middenin een van mijn niesbuien kwam mijn kleindochter (8) op haar nieuwe fiets aangeraced. Ze is momenteel bezig aan haar tweede ‘verkering’ en ze deelde mij opgewekt mee dat ze pas met hem zou trouwen als ze haar rijbewijs heeft. Verstandig kind! Ik zwaaide haar even later uit en zette Murphy buiten.
Ik dank u hartelijk dat ik hier even mocht leeglopen. Ik ben een bofkont.
Hatsjie!
Marie