Niet direct ophangen, maar ik ben de laatste tijd geconfronteerd met verbouwingen en dus ook met bouwvakkers en aannemers. Die heb je nodig bij het verwezenlijken van je dromen zoals een nieuwe keuken met een kookeiland of een aangepaste badkamer met een doucheruimte vol sproeikoppen uit alle wanden. Kortom de eerste levensbehoeften. Maar ook voor het leggen van een tegelvloertje of het aanbrengen van dubbel glas heb je ze nodig vooral als je net als ik zo technisch bent als een wielklem en werkelijk voor iedere klus een “mannetje” nodig hebt.
Naast alle experts en vaklieden melden zich dan ook nog snel enkele “vrienden” aan. Het woord vrienden” staat inderdaad tussen aanhalingstekens want ik vier mijn verjaardag nog steeds in een telefooncel. Na een bijna feestelijke bijeenkomst worden dan de werkzaamheden doorgenomen zoals het sloopwerk, het trekken van elektrische leidingen, het stukadoren, het aanbrengen van nieuwe leidingen en het metselwerk. Niet in deze volgorde. Glimmend tegelwerk, blinkend sanitair en sprankelend parket zullen het werk dan completeren. Je kan je verheugen op de naderende metamorfose en als alles meezit klaar binnen vijf weken. Dan worden de kosten beraamd en de prijs bepaald. Klein detail: de helft van de overeen gekomen prijs van tevoren betalen en de rest snel daarna. Een kwestie van vertrouwen en wie heeft dat niet.
En dan op een uiterst vroeg tijdstip staat een kleine groep gildebroeders voor de deur en met de vraag: “Waor is ut te doen… “wordt de klus gestart.
Toverwoord
Maar niet lang daarna kwam voor het eerst een uiterst vreemd toverwoord om de hoek kijken. Bij iedere afwijking van het globaal geplande werk was daar de term van : “Meerwerk, meneer…” Neen, dat schrijf je aan elkaar: meerwerk. Stopcontactje wat meer naar rechts, draadje wat langer, tegeltje wat hoger of een onverwachte bocht in een afvoer, het is allemaal meerwerk. En wat dat inhoudt? Ieder stukje meerwerk staat voor een paar honderd euro. “De achterliggende filosofie is van niveau: “Het is extra werruk en daor betoalde vur..” Nog geprobeerd om met een goed argument wat “meerwerk” te weerleggen want : “U wil toch ook degelijk werk afleveren?” Het tegenargument was minstens zo filosofisch: “Goej werrukk kost geld en goej meerwerruk dus nog meer.”
De laatste maanden dus ook eens extra gelet op andere beroepen waar de term “meerwerk” gebezigd wordt en dat zijn er meerdere. Zelfs de notaris waarschuwt al op voorhand. En er zijn ook beroepen die betaald worden per minuut en dat wordt nauwgezet bijgehouden. Men zou dan kunnen verwachten dat er ook een legale term bestaat als “minderwerk” en ook dat is juist, maar ik vrees dat deze niet ten overvloede gebezigd zal worden.
Vanwaar deze inkijk in mijn dagelijkse beslommeringen? Welaan, ik lig de laatste weken nogal eens wakker, zeker als ik terugdenk aan mijn jaren voor overvolle klassen waar ik urenlang als praatpaal en klaagmuur fungeerde. Waarom heb ik het toen ook niet gedaan? “Meneer, ik heb nog recht op een herkansing!” Klopt kleine bloedzuiger en dat kan ook voor zes tientjes want het is meerwerk. “Spreek ik met de mentor van Suzanne? Ja, oh fijn! Het is dan weliswaar bijna half elf maar ik wil toch even weten hoe het met ons Suzanne gaat, ze lijkt zo depressief de laatste dagen.” “Geen probleem mevrouw. Nachttarief dus 5 euro per minuut en graag duidelijk articuleren en langzaam spreken a.u.b.” “Kan U nog één keer die samengestelde zinnen uitleggen, meneer. Ik beloof dat ik dit keer echt oplet.” ”Uiteraard lieve piranha. Na het zevende uur bij binnenkomst van mijn lokaal staat er een collectebus. Gelieve daar een forse donatie in te doen van tenminste dertig euro. Neem wat vrienden mee. Meerwerk, begrijp je wel…?” Of “Vanavond examenfeest meneer, U komt toch zeker ook? Vinden mijn ouders fantastisch.” “IK ben van de partij mijn grote wijsgeer en de hele avond. Voor 150 euro sta ik voor de deur, zet de glazen maar klaar en ik kom op de fiets.“
Bedankbriefje
En tenslotte: er zijn dus beroepen waar mensen standaard meer uren werken dan contractueel is overeengekomen. Ik noem hier vooral de hardwerkende werknemers in de zorg, de nimmer versagende verpleging, de kinderopvang of zelfs de hollende horeca. “Zuster, kan U mij even omdraaien?” …. “Lieve verpleegster, ik moet weer naar de toilet…” “Ober, kan onze Willem-Jan een rietje bij de frisdrank?” Die slaan geen extra tientje aan en hangen geen prijskaartje aan een hele avond overwerk. Dat zijn gedreven mensen die hart hebben voor hun werk en voldoening halen uit hun arbeid als de medemens daar om vraagt. Dat zijn die mensen die tollend van uitputting een applausje krijgen… En dan komt het voor, dat je later stuit op een bedankbriefje, een bloemetje of een goede fles whisky als beloning. Zelfs een amicale klap tussen je schouderbladen of een gemeende zwaai vanaf de fiets is dan al een beloning. Dan was het geen “meerwerk” maar gewaardeerd meer werk. Neen, dat schrijf je niet aan elkaar.
En van die bedankjes moeten we het hebben!