Home Columns Kan het licht uit

Kan het licht uit

Ton Wagenaars

Het klonk vroeger bij ons thuis welhaast iedere dag: “Draai dat licht uit achter je kont! ” Dat gebeurde dus al in de jaren vijftig en zestig toen kwesties als lichtoverlast, milieu en verspilling van energie nog geen heikele items waren. Datzelfde gebeurde dertig jaar later andermaal toen onze kinderen geacht werden om zuinig om te gaan met energie. Ook was het uiteraard een economisch punt van overweging geworden, want het nutteloos laten branden van lampen kostte geld. En, u bent het wellicht vergeten, in de jaren zestig nam het aantal lampen in huis snel toe. Niet langer brandde er uitsluitend een zware hanglamp boven de eettafel maar de eensklaps massaal aangebrachte stopcontacten werden allemaal gebruikt voor sfeervolle schemer- en/of bureaulampen. Zelfs op onze slaapkamers brandden verschillende lampjes met ( onder protest) zelfs een minuscuul nachtlampje dat de gehele nacht aanbleef voor het geval er ’s nachts griezels in je kamer zouden komen.

Maar hoe dan ook, ons werd geleerd om niet overmatig om te gaan met het gebruik van licht want het kostte energie en dus geld. Het was dus ook slecht voor het milieu. Wat schetst dus al jarenlang mijn verbazing: In ons “onvolprezen, functioneel grote en zes etages tellende gemeentekantoor” brandt altijd licht. Neen, niet alleen tijdens werkdagen, ook in het weekeinde en ’s avonds laat en midden in de nacht. Vooral in de donkere maanden december, januari en februari valt dat op, want de snel invallende duisternis gunt dan eenieder vanaf 17.00 uur een blik in de vele verlichte afdelingen.

Het is ook niet zo dat het altijd dezelfde ramen zijn die de gehele nacht verlicht blijven, het kunnen hele afdelingen zijn die “de verlichting” prediken. Ook wisselt de “lichtreclame” vaak van afdeling. Er valt geen peil op te trekken, maar altijd brandt er nodeloos licht en dat veelal op een aantal afdelingen en etages. Als je erop gaat letten, gaat het irriteren, mede omdat de gemeente predikt om zorgvuldig om te gaan met stroom en natuur te eerbiedigen. Het constant laten branden van de veestverlichting kan uiteraard vergoelijkt worden; er kan immers ook ’s avonds nog worden overgewerkt. Het kan ook zijn dat de sensoren geactiveerd worden door rondvliegende objecten; vleermuizen, uilen, vliegende honden of andere UFO’s  Het kan ook zomaar zijn dat de beveiliging juist zijn nachtelijke rondje doet… Uiteraard allemaal drogredenen: er is gewoon iemand die vergeet het licht achter zijn of haar kont uit te draaien.

De landelijke regering erkent dit probleem, want al voor de vijftiende keer wordt door de natuur- en milieufederatie jaarlijks de “Nacht van de nacht” georganiseerd waarin beheerders van openbare gebouwen verzocht wordt om één keer per jaar de overtollige en storende verlichting eens uit te doen. En gedurende die nacht is het dan even beduidend donkerder dan te doen gebruikelijk. Het zou nog meer effect sorteren als de “glitterverlichting” bij hotels, banken, restaurants en supermarkten eens zouden worden ingedamd. Naampromotie, reclame en decoratie hoeven midden in de nacht echt niet gecontinueerd te worden. Dus ook niet die dominante lichtmast bij Motel Vught. Een lichtscan vanuit de ruimte laat zien dat heel West Europa ’s nachts oplicht met ons land als Florence Nightingale, de Lady with the Lamp, als voorganger. En Vught maakt daar dus nadrukkelijk deel van uit. Derhalve dorpsgenoten: deel mijn ongenoegen en rijd eens bij de nakende duisternis of diep in de nacht langs ons buitensporig hoge en grote gemeentekantoor en tel de verlichte ramen eens. U zal versteld staan.