Ruim veertig jaar geleden vertelde ik ooit aan de Bossche politiecommissaris dat ik (toen) in Vught woonde. De man fronste zijn wenkbrauwen. “Vught, hm… Twee snelwegen, twee spoorlijnen, twee kazernes, een gevangenis, een Ambonezenkamp en een gekkenhuis. En dan jou er nog bij. Veel plezier!” Ik kon daarop alleen maar zeggen: “Ja, maar wel mooi in het groen”. “Hm…”
Het Rijk heeft in de loop der tijden altijd zwaar ingehakt op Vught. Maar de Vughtenaren hebben daar mee leren leven. De Molukkers en het gekkenhuis zijn opgegaan in de samenleving. En we verzoenden ons min of meer met de overwegen, de kruispunten, de herrie, het gedender, de militairen en de boevenwagens.
Maar nu komt opnieuw de man met de hamer! Of beter: de man van het Rijk met de kettingzaag.
Drie grote plannen vanuit de Rijksoverheid gaan Vught totaal op z’n kop zetten. De N65 wordt verdiept. Het spoor komt in een tunnel. En de EBI krijgt een nieuwe weg en parking. Het gevolg: zo’n tweeduizend bomen gaan eraan en zo’n tien hectaren natuurgebied worden platgewalst. De monumentale eiken van de rijksweg. De eeuwenoude bomen voor het station. De dichte houtwallen langs het spoor. Alles gaat om. Het spoor wordt zeven jaar lang een bouwput. En daarna komt er veel minder groen terug. De mooie plaatjes van de ‘toekomstige situatie’ in de brochure, met prachtige bomenrijen, tonen een beeld van – op z’n vroegst – 2070. En dan is het: boompje groot, plantertje dood.
Vergeleken met wat er in Oekraïne gebeurt zijn de zorgen van Vught natuurlijk futiel. Maar naar vredige Nederlandse maatstaven is wat er hier gaat gebeuren verschrikkelijk. Geen ander dorp in Nederland wordt de komende jaren qua groen zo geteisterd als Vught. Tenminste, zoals het nu op papier staat. Daarover wordt de komende tijd in de rechtbanken nog gebakkeleid en mijn inschatting is dat er nog wel iets gaat veranderen. Maar laten we ons er toch maar op voorbereiden dat Vught de rest van dit decennium een kaalslag wordt. En dat het daarna nooit meer wordt zoals het was.
“En langs het tuinpad van m’n vader, zag ik de hoge bomen staan. Ik was een kind en wist niet beter, dan dat dit nooit voorbij zou gaan.” Wat je op bijgaande plaatjes ziet, is straks allemaal voorbij.