Home Columns Je zult het maar zijn….

Je zult het maar zijn….

Theo Vorstenbosch

Burgemeester of voor mij liever ‘burgervader’. Eerste burger van de gemeente. Je krijgt nogal wat op je bordje als je dat bent. En dat bordje raakt steeds voller.

Hoewel de taken van een burgemeester duidelijk zijn, kunnen ze per gemeente en per persoon anders ingevuld worden. Iedere gemeente is natuurlijk bijzonder, maar Vught of liever de gemeente Vught, vindt zichzelf vaak heel bijzonder. Voor de burgervader dus de taak die status hoog te houden. Het bordje van de burgemeester van Vught is goed gevuld en er liggen heel bijzondere gerechten op. Sommige hapklaar, sommige lekker mals; soms taai als leer of zelfs niet te verteren.

Je moet het als burgemeester of burgervader maar allemaal zien weg te stouwen. En zorgen dat je er niet van ‘aan den dunne’, raakt of er obstipatie van krijgt. Daarbij hoor je ook nog eens netjes te eten. Je bent immers een voorbeeld.

De argumentenfabriek heeft een waardenkaart van het Nederlandse burgemeestersambt gemaakt. Daarin worden wel 41 waarden benoemd, verdeeld over negen waardenclusters. Als je daaraan voldoet mag je meteen bij de paus een verzoek tot zaligverklaring indienen. Ik weet niet of pastoor Mesch het ooit heeft geturfd, maar het is bij mijn weten nog niet voorgekomen dat een burgemeester zalig is verklaard.

Als burgervader van Vught heb je een mooie gemeente; dat is zeker. Vught staat hoog op heel veel lijstjes. Zo kunnen de inwoners van Vught overal terecht voor een kleine of grote boodschap. We staan daarop net niet bovenaan. Nou vind ik niet alle lijstjes even belangrijk voor het wel en wee van de inwoners van een gemeente. De gegevens waarop de ranking is gebaseerd, zijn voor mij ook vaak heel discutabel. Maar goed, de burgemeester mag er wel mee koketteren, want dat is ook een rol van de burgervader en onze eerste burger is daar best goed in. Hij is oprecht trots op alle mooie zaken in Vught, maar vooral apentrots op zijn onderdanen die belangeloos van alles doen in de gemeente. Hij steekt terecht veel veren op de bekende plaats bij zijn onderdanen. Gelukkig krijgt hij zelf af en toe ook zo’n veer, maar meestal geldt voor hem het verhaal van de hoge bomen.

Ik geef het je maar te doen. Je krijgt als eerste burger nogal wat voor je kiezen. Ook in Vught zijn er zaken waar een burgemeester zijn tanden op stuk kan bijten. Zo is Vught al jarenlang gevierendeeld en of je nu hoog of laag springt, ondergronds gaat of het hoger op zoekt, er blijven grote belemmeringen om van Vught een ongedeelde gemeenschap te maken. Zie daar als burgervader maar eens koek van te bakken. Hoe krijg je de partijen in een constructieve dialoog? Hoe houd je alle regionale, provinciale en nationale kikkers in de kruiwagen? Dat ligt zwaar op de maag; dat wordt toch een Rennie. En wat dacht je van ons dorpje veilig houden als je zoveel bekende Nederlanders huisvest die graag met droontjes spelen? Als je dan alle zeilen bijzet en alle register opentrekt, krijg je een mooie boevenweg. Maar daarmee zijn de boeven nog niet weg en ook hun droontjes niet. Echt niet te verteren. Dat wordt nog eens Omeprazol.

Wat makkelijker verteert, is het omgaan met de diversiteit van de dorpelingen. Nu heeft onze burgervader zijn naam mee. Roderick Jan van de Mortel. Met ‘Roderick’ kan hij makkelijk communiceren met toch wel 60% van de inwoners. Met ‘Jan’ doet hij dat met de andere 40%. Als je dan nog beschikt over voldoende goede ‘mortel’ kun je een hechte gemeenschap creëren. Dat is niet eenvoudig, want ook de burger van de gemeente Vught is in welke hoedanigheid dan ook niet altijd even meegaand. Die heeft vaak zo zijn eigen ideeën, afhankelijk van de plaats in de gemeente waar hij woont en leeft en van de rol die hij vervult.

Hoe krijg je bijvoorbeeld de wethouders op één lijn, hoe houd je de raad in toom en hoe maak je drie dorpen één, terwijl ze toch hun eigen identiteit willen houden. Ik heb zelf kunnen ervaren hoe onze burgervader dat aangepakt; volgens mij met succes. Als eerste het dorp leren kennen, weten wat er speelt en weten hoe daar de hazen lopen. Als tweede er zijn en luisteren. Soms op de voorgrond, maar soms ook gewoon onder elkaar. Het kost tijd, maar je krijgt er wel iets voor terug. Zoals bijvoorbeeld een kistje ‘witgoud’ voor een prikkie. En als derde duidelijkheid: “Nee, dat kan niet” of “Natuurlijk gaan we daarvoor; mijn steun heb je.” Soms kwam daar dan wel meteen achteraan: “Als het maar niets kost…”

Die kwaliteiten vond ik gelukkig ook terug in de profielschets voor de nieuwe burgemeester. Wat ik daar echter niet in zoveel woorden terugvond, is een kwaliteit die ik in deze burgemeester ontzettend waardeer. Hij weet in zijn speeches en toespraken voor iedereen, maar vooral bij de jeugd en bij welke gelegenheid dan ook, de juiste woorden en vooral de juiste toon te treffen. Hij weet kinderen te boeien en een mooie boodschap mee te geven. Heel erg knap en zeer waardevol.

In die profielschets las ik ook wel wat wishfull thinking. Er staat: “Feest vieren doen we enthousiast en met overtuiging, zoals met Koningsdag en carnaval”.  Dat is het toetje voor de burgemeester, want ook daarbij mag onze eerste burger voorgaan en van Koningsdag maakt hij een feest. Maar carnaval.. Gelukkig is dat carnaval vieren in Helvoirt en Cromvoirt gegarandeerd, maar in Vught is en blijft het “in ontwikkeling”. Misschien komt het ook omdat dat de enige dagen van het jaar zijn, dat de burgervader zijn sleutel heeft afgegeven en er bij hem in plaats van blauwgeel bloed weer het oorspronkelijke rood-wit-gele bloed door de aderen stroomt?

Ik ben benieuwd of de vertrouwenscommissie dit mee heeft laten wegen in hun voordracht van Chantal Nijkerken-de Haan en we straks toch niet allemaal in polonaise achter onze burgeropa aangaan naar Oeteldonk.

De tijd zal het ons leren.