Sander Wieringa
Nee, hierbij geen carnavalsplaatje. Dit zou het wapenschild kunnen zijn van “het bekende houthakkersdorp Vught”. Zo noemt de columnist van het Brabants Dagblad Tony van der Meulen steevast onze gemeente.
Met hilarisch proza, zoals: “Op de gemeentelijke afdeling natuurvernielen/burgersjennen in het bekende houthakkersdorp Vught kon alweer een feesttaart in de vorm van een hakbijl worden aangesneden. Het grootste stuk is voor de klerk die ditmaal een maximaal aantal bomen heeft gescoord.” En: “De bureaus worden even opzij geschoven voor de polonaise. Want de Raad van State geeft Vught weer eens toestemming om elf beeldbepalende eiken te vellen.” Tja.
Elke week regent het kapvergunningen in het Klaverblad. En het ergste komt nog: duizenden grote bomen gaan verdwijnen voor de spoortunnel en de nieuwe weg bij de EBI. Bomenrooiers hebben aan Vught een hele goeie. Keerzijde: duizend bomen langs de N65 zijn gered. De gemeente had de kapvergunning al verleend en het hout al verpatst aan de aannemer. Onlangs teruggedraaid. Pfff.
Een kapvergunning is in Vught een formaliteit. De Vughtse APV kent voor kap geen weigeringsgronden. Wel twaalf uitzonderingen op de vergunningplicht (in de model-APV slechts één). Tot ze 30cm dik zijn mogen alle bomen vergunningsvrij gekapt worden. Een eik is dan toch al zo’n dertig jaar oud. Voor dikkere bomen kijkt Vught of “het belang van behoud van de boom opweegt tegen het belang van kap van de boom”. In de praktijk is dan elk motief – overlast, bouwplan, wortelopdruk, verkeerde plek, verkeerde boom, noem maar op – genoeg reden om te kappen.
Sommige bomen zijn aangemerkt als waardevol. Dan moet voor kap een “zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang” zijn. Veiligheid, economie, wonen, wandelen, fietsen, parkeren, recreatie, ontsluiting, riolering, bekabeling; noemen is genoeg. Ook kan B&W aanvoeren dat die boom bij nader inzien toch niet zo waardevol is.
Conclusie: bomen in Vught hebben geen bestaansrechten. Vught loopt daarmee achter op alle omliggende gemeenten. “Het bekende houthakkersdorp Vught” is dus geen satire, maar realiteit.
Toch wil Vught ook ‘groen’ zijn. In 2016 stelde de gemeenteraad een Nota Groen vast. Daarin werden waardevolle bomen aangewezen. Wat dat betekent werd onlangs getest in een rechtszaak tegen de kap van elf bomen aan de Boslaan. Die bomen moesten volgens de Nota Groen behouden blijven. Maar B&W zeiden ter zitting dat die Nota Groen niet bindend was. Klopt, op formele gronden, zei de rechter. De gemeenteraad kan over bomen zeggen wat ze wil, B&W mag doen wat ze wil.
De Nota Groen wordt binnenkort vervangen door een nieuwe nota, de zogenaamde Groenvisie. We weten nu dat ook die nieuwe Groenvisie niets voorstelt als puntje bij paaltje komt – of bijltje bij boompje. Als de gemeenteraad echt het groene karakter van Vught wil beschermen dan moet de raad het college solide regels opleggen. En geen nota’s of visies. Zonder echte bomenbescherming komt Vught nooit af van zijn reputatie als houthakkersdorp. Buiten carnavalstijd is dat geen leuk imago.