
We zijn te laks, beste lezers. Te laks met de Coronaregels. Dat wordt ons vriendelijk maar niet mis te verstaan meegedeeld door virologen, voorzitters van veiligheidsregio’s, burgemeesters en ministers. Het aantal besmettingen met Covid-19 neemt toe. Er wordt meer getest, dus worden er meer besmettingen gevonden. Logisch. Maar daarnaast zijn we te laks. Wassen we onze handen nog kapot, geven we elkaar nog een elleboog in plaats van een kus of een omhelzing, laten we ons voldoende testen? Er zijn zorgen. Ook bij mij. Ik zie steeds vaker mensen een supermarkt binnengaan zonder hun winkelwagen te desinfecteren. Ik vrees vliegtuigen vol terugkerende vakantiegangers, studentenfeestjes, te druk bezochte bruiloften. Ik moet niet denken aan een tweede golf!
Soms heb ik zelfs een piekermoment. Dan vraag ik me af of we ooit nog van dat gluiperige virus af komen. Met mondkapjes of zonder. Met vaccin of zonder. Met Corona-app of zonder. Met voldoende IC-capaciteit of zonder.
En dan lees ik tussen alle Coronaberichten dat er meer mensen overlijden als gevolg van luchtvervuiling dan aan Corona. Dat mensen jaren korter leven door het inademen van vervuilde lucht.
Ik pas op de ‘boerderette’ van mijn kinderen. Ik voer de kippen, de vissen en de hamster. Ik wied en sproei de moestuin. Ik leg de post keurig gesorteerd op de eettafel. Met een voldaan gevoel loop ik terug naar mijn auto en ik rij terug naar huis. Op de achterbank kakelverse sla en courgettes uit de moestuin. Een ritje van een kleine tien minuten.
Ter hoogte van de IJzeren Man realiseer ik me dat ik de lucht onnodig vervuil, dat ik net zo goed op de fiets had kunnen gaan. Nee, sterker nog, ik had op de fiets MOETEN gaan. Maar ja, achterband lek, al twee weken.
De hand moet in eigen boezem: ik ben laks.