
Marc Smits
Op het gevaar af in de voetsporen van Angela de Jong te treden en de rest van mijn leven in één adem met deze ‘kenner’ te worden genoemd. Televisierecensente en daardoor weer BN-er Angela de Jong bedoel ik natuurlijk. De hele dag glazig voor de buis zitten – tenminste zo zie ik het voor me – om vervolgens zelf op diezelfde buis te verschijnen en vanuit de heup over andere BN-ers allerlei futiele, nietszeggend, irrelevante, niet onderbouwde, niet ter zake doende, supersonisch subjectieve meninkjes te verkondigen die dan weer worden geschaard onder de noemer zijnde afkomstig van een ‘kenner’. Hilarisch, vermakelijk en aandoenlijk. Die televisierecensente verschijnt vervolgens weer bij de vleet als gast op die buis in andere praatprogramma’s daar waar ze zelf dat soort uitzendingen onder de ‘journalistieke’ loep neemt. Men moet elkaar natuurlijk wel in stand houden en bestaansrecht bieden om inkomen te kunnen genereren.
Toch wil ik graag iets kwijt over het medium dat zeker bij de jongere generatie steeds meer in onmin raakt. Zelf ‘zweer’ ik er nog op sommige momenten bij weliswaar gedecimeerd in verhouding met de hoeveelheid kijktijd die ik in vroegere jaren achter de buis spendeerde. Eind jaren zeventig bijvoorbeeld kon ik nog rustig in één adem een vijfsettertje op Wimbledon kijken waarbij ik al geïrriteerd was wanneer mijn moeder met de stofzuiger op 4-3 en 40 – 15 in de vierde set voor Borg het beeld enkele seconden verstoorde. Tegenwoordig werp ik hooguit af en toe zijdelings nog een blik. Toen bijvoorbeeld deze zomermaanden de kijkcijferhit B&B Vol Liefde langs flitste. Ik was direct gecharmeerd van die inmiddels Bekende Vughtenaar: publiekslieveling Olof.
Afgelopen maandag aan het begin van de avond was het dan zover. Zo’n historische gebeurtenis dat je nog precies weet waar je op dat moment was. Ik liep hem zo in het wild tegen het lijf tijdens het uitoefenen van mijn tweede roeping. Nu of nooit luidde mijn gedachte. Ik raapte me bij elkaar, verzamelde alle moed en met bonzend hart stelde ik die ene allesomvattende vraag: “Mag ik samen met u op de foto?” Gewoon doen.
Bij het uitvoeren van mijn eerste roeping interviewde ik voor een krantenartikel in 1996 – kort voordat hij Wimbledon won – King Richard. In de week voorafgaand was hij aan het trainen tijdens het grastennistoernooi van Rosmalen. Bij die gelegenheid vroeg ik niet of ik met hem op de plaat mocht. Het kwam niet eens bij me op ook niet toen ik een jaar later de Commissaris van de Koningin in het kader van een ander medium sprak. Dit alles bracht me wel de ervaring dat ik nu relatief eenvoudig – zo lijkt het – op grootheden durf af te stappen. Ervaring die ik ook al opdeed in de jaren zeventig toen ik als negenjarige bij de Ronde van Stiphout een handtekening van Hennie Kuiper wist te bemachtigen. Bij het zien van Olof op televisie moest ik direct terugdenken aan deze uiterst charmante, bescheiden, voorkomende en rustige Nederlandse wielrenner.
De ervaring in de omgang met BN-ers kwam maandag goed van pas. Olof vertelde dat mij de voorbije weken al duizenden mensen voor waren gegaan en geduldig liet hij zich van zijn beste kant zien. Iets dat voor hem geen enkele moeite kost want in het dagelijks leven is hij geen spat anders dan op de buis. Die ene minuut voor eeuwig onuitwisbaar in mijn geheugen. En Angela de Jong? Ach, ja wat zal ik er verder van zeggen? Ik heb voldoende geblaat. Volledig vrijwillig trouwens. Want dan kun je gewoon doen wat je wilt. Net zo gewoon als Olof.