Ik ben nog zo’n ‘boomer’ (zoals mijn kinderen me regelmatig aanspreken) die altijd met een portemonnee in zijn broekzak loopt. Een keurig, handgemaakt zwartlederen exemplaar, van Camel Active. Voor wie het niet (meer) weet: portemonnee is een zogenaamd leenwoord uit de Franse taal. Het is een samenvoeging van porter (dragen) en monnee, wat uiteraard geld betekent. Oftewel: een zakje waarin je je geld bij je draagt. En dat brengt me meteen bij het dilemma van vandaag: wie draagt er anno 2021 in hemelsnaam nog geld bij zich?
Ik besluit om mezelf maar als voorbeeld te nemen, pak mijn portemonnee uit mijn spijkerbroek en schud deze leeg. Eerlijk is eerlijk: er zit geld in! Een snelle inventarisatie levert 1 euro 64 op, bestaande uit twee muntjes van 50 cent, een van 20 cent, een van 10 cent (die mag je toch geen dubbeltje meer noemen hè?), maar liefst zes van 5 cent, een van 2 cent en twee van 1 cent. Volgens mij wordt dat kleinste spul niet eens meer geaccepteerd als betaalmiddel. De verdere buit in het met een drukkertje afgesloten kleingeldvakje is al even troosteloos: een Albert Heijn-winkelwagenmuntje (gebruik ik sinds corona nooit meer), een paperclip (?) en een bonuskaart van dezelfde supermarkt. Die oogt doorleefd en dat kan ook wel kloppen, aangezien die vrijwel dagelijks wordt gebruikt.
Dan door naar de ruimte die bedoeld is voor bankbiljetten. Die is net niet helemaal leeg, maar geld zit er niet in. Tenminste: geen direct geld. Want de stempelkaart van De Rouw bevat toch al maar liefst 10 stempels en daarmee ben ik hard op weg naar zo’n onbetaalbaar lekkere nougatinetaart. En mijn visitekaartje van TDK Tekst (mijn eigen bedrijfje) oogt dan wel wat beduimeld, maar levert me in de nabije toekomst wie weet wel een prachtige nieuwe schrijf- of presenteerklus op. Minstens even beduimeld is de klantenkaart van mijn favoriete kledingmerk, die al een hele tijd niet uit zijn vakje is geweest. Corona, weet u wel.
Met verder nog twee bankpasjes, een creditcard, een ov-chipkaart en mijn zorgpas heb ik bij deze de volledige inhoud van mijn portemonnee aan u geopenbaard. En daarmee eigenlijk mijn in de eerste alinea gesteld vraag in grote lijnen beantwoord. Geld is tegenwoordig geen tastbare ‘doekoe’ meer, maar wordt vooral vertegenwoordigd door bankpasjes. Ik denk wel eens met enige weemoed terug aan de tijden dat mijn kinderen elke week nog geld in hun spaarpot mochten doen en daar volop van genoten. Ze zouden me nu aan zien komen. ‘Ik stuur wel een Tikkie’ of ‘Maak het maar over’ zijn voorspelbare reacties.
En zelfs als ik al geld zou willen pinnen, dan wordt de hoeveelheid locaties waar je dat in Vught kunt doen alsmaar kleiner. De ene na de andere bank heeft zijn pinautomaten de afgelopen tijd gesloten. Dat zal ongetwijfeld iets met de teruglopend vraag naar cash te maken hebben, maar wellicht ook met het groeiende risico op plofkraken. Ik snap het. En ik ga erin mee. Die gele geldmaat in het centrum: dat zal mijn vriend dus niet worden …