Pssst! Zal ik eens iets bekennen? Ik kijk regelmatig op Funda. U weet wel, die website waar het aanbod van te koop staande huizen in Nederland keurig in beeld wordt gebracht. En dan is de zoekopdracht die ik in Google ingeef steevast ‘Funda Vught’. Niet omdat wij plannen hebben om te verhuizen, maar vooral vanuit een soort oerdrift om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Wat heen en weer scrollen door de pagina’s levert telkens weer uitroepen van verbazing op, richting mijn liefhebbende echtgenote. “Schat: weet je wat ze voor dat huis aan de Van Beresteijnstraat vragen? Zeven-en-een-halve ton!” Dat soort kreten klinkt met regelmaat door de woonkamer van Huize De Kort.
Wij hebben onszelf een jaartje of twee geleden, nog vóór corona, de vraag gesteld: gaan we verhuizen of verbouwen? Met twee opgroeiende kinderen in huis, een 2 meter-plusser en een die ook die kant op gaat, zou wat extra ruimte bij vlagen prettig zijn. De keus viel al snel op: verbouwen! En dat is inmiddels dan ook ruimschoots gebeurd, met 2,5 meter uitbouw over de volle breedte, een verhoogde zolderkamer met dakkapel en ruime voorzolder, een nieuwe keuken én een compacte nieuwe achtertuin. Dat mocht wat geld kosten, maar dan was ons in 1998 aangekochte paleisje uit 1959 wél weer helemaal op orde. Dat type huis, zoals wij het zelf graag omschrijven: ‘zes-onder-een-kap’, gelegen in een doorsnee Vughtse straat, gaat tegenwoordig van de hand voor minstens 350.000 euro. Dat bedrag in euro’s is al aanmerkelijk hoger dan waarvoor wij ons stulpje destijds hebben gekocht … in guldens.
Je zou nu kunnen denken ‘tel uit je winst’, maar dat doe ik dus niet. Bewust niet, want de gulden is allang niet meer ons wettige betaalmiddel en doorgroeien naar een ‘minder-onder-een-kap’ komt er al snel op neer dat je een paar ton mee moet nemen. Ik vind het prima om de enige Ton in huis te zijn en te blijven. Waarom schrijf ik dan deze column, overigens mijn zeventiende en laatste na twee jaar bij NOVO3? Nou, omdat het me toch van het hart moet dat er iets fundamenteel – of beter: Funda-menteel – mis is met de huizenprijzen in ons fraaie Vught. We zijn inmiddels aangeland op het niveau ‘wateengekervoorgeeft’ en erger. Huizen die voor minder dan 300.000 euro in de verkoop gaan, moet je met een vergrootglas gaan zoeken. Dat zijn dan ook nog eens vaak opknappertjes. Een doodnormale tussenwoning in een doodgewone Vughtse straat zit dichter bij de vier ton en om hier vrijstaand te kunnen wonen, moet je bijna de loterij gewonnen hebben.
Ik hoorde het laatst nog een ‘nieuwe Nederlandse’ zeggen, die vanuit Noord-Afrika via een AZC uiteindelijk in de gemeente Vught was neergestreken, in Helvoirt nota bene. “In Vught wonen alléén rijke mensen.” Ze zei het zó stellig, dat het me even tot nadenken stemde. Voel ik me rijk? Ja, rijk van binnen: met een fijn gezin, een leuke baan als zzp’er en een huis dat niet als een molensteen om mijn nek hangt. Als dat de definitie van ‘rijk’ is, dan hoop ik oprecht dat er in Vught veel rijke mensen wonen.