Door Ton Wagenaars.
Ook dit najaar weer geen enkel kind gezien dat eikels raapte. Uit een ver verleden herinner ik me dat in de herfstmaanden- en met name in de maanden september en oktober- de schooljeugd massaal op de knieën lag onder de majestueus grote eiken in de Vughtse dreven. We raapten eikels.
We raapten eikels, want dat bracht geld in het laatje, een laatje dat in de jaren vijftig en zestig volledig leeg was. Het rapen van de herfstvruchten was een industrie voor de jeugdige blagen van de Lagere School want ze brachten toch snel een dubbeltje- vijf eurocent- op. Een paar uur rapen op een strategisch goede plek en je kon zo wel twaalf kilo bij elkaar graaien. Dat was dan fl 1,20 : een tegenwoordige waarde van vijftig eurocent. Maar je kon er toen heel wat voor kopen. Er waren verschillende soorten eikels: Spaanse en Amerikaanse. Deze dienden gescheiden te worden ingeleverd anders moest de gehele zak worden uit gesorteerd. De zakken werden gewogen op een oude bascule weegschaal, weet U nog? Met die oude ijzeren gewichten die bijna feilloos het juiste gewicht en dus de buit berekenden.
Eikenbomen moeten echter een leeftijd hebben van ongeveer dertig jaar alvorens ze “eikelrijp” zijn. Destijds hoefde je niet echt lang te zoeken om dit soort “ Wodanseiken” te vinden. Tegenwoordig worden de vindplaatsen zeldzamer. Gevaarlijke plekken om te rapen liggen langs de N65. Op Reinier van Arkel ( toen nog gesticht Voorburg) het Reeburgpark, Sparrendaal, bij Regina Coeli of in andere parken lagen ze in een goed eikeljaar zo dicht bij elkaar dat je ze kon opharken. Dan loerde de concurrentie en was het dus zaak je vindplaats geheim te houden en na school ongezien naar je goudmijn te lopen. (Neen, niet iedereen had een fiets…)
Waar de eikels voor gebruikt werden, was niet altijd duidelijk. Meest gehoorde verklaring was dat ze gebruikt werden als voedsel voor de varkens. Die zouden er dol op zijn. Een andere bestemming was de verkoop aan bomenkwekers in zowel binnen- als buitenland. Zij zouden de eikels planten en daarmee zorgen voor een nieuwe aanwas van deze typisch Nederlandse boomsoort. Voor heel arme gezinnen zou de eikel ook dienen als voedsel voor de familie. Er zouden manieren zijn om eikels te kunnen bereiden tot een smakelijk hapje maar dan moest er wel met de vruchten gepeld, gesneden en gestampt worden. Bij gebrek aan speelgoed (ik had een kist met houten blokken en een Tomado-rekje met heel veel prismaboekjes) werden de eikels ook gebruikt als speelgoed. Met een hamer en een spijker werden er gaatjes in gemept en in die gaatjes werden gebruikte lucifers gestoken. Een lucifer in de kop van de eikel leverde direct een heuse draaitol op en met twee eikels en vijf lucifers maakte je een paard, koe, hond of kat. Op school werd de eikel geloofd omdat deze zou dienen als voedsel voor eekhoorns. De Vlaamse Gaai verzamelde ze en verstopte ze op uiterst moeilijk vindbare plaatsen. Zo moeilijk te vinden zelfs, dat hij ze ook zelf vaak niet meer kon vinden. Zo overkomt het mij nog steeds enkele keren per jaar dat ik wat eikels vind op plaatsen waar ze door deze kraaiachtige zijn verstopt.
En dan is er nog het gezegde:
“De luiste varkens krijgen de beste eikels..”
Wat dat betekent, lijkt me duidelijk.