Home Columns Eeuwigdurende kalender

Eeuwigdurende kalender

Ton Wagenaars

Lente! Ik durf het bijna niet hardop te schrijven maar hoe ouder men wordt, hoe sentimenteler en nostalgischer men veelal acteert. Al jaren beleef ik de jaargetijden veel intenser dan voorheen en ik herken ook steeds sneller de typische kenmerken van de jaargetijden. Ook leer ik de specifieke natuurelementen steeds beter kennen. Gevoelig was ik altijd al voor het weer: zwaar depressief en nukkig bij regen en ronduit bijna panisch tijdens de kortste dagen van het jaar in de maanden december en januari. Al vaak geopperd dat ik best een grizzlybeer zou willen zijn die in november een duistere grot opzoekt om daar pas in maart weer uit te kruipen na een diepe winterslaap. Daarentegen ook weer genietend van het lengen der dagen en het klimmen van de zon en dus de temperatuur.

Ik heb dus ook een bijna feilloze inschatting van het veranderen van de flora en de fauna. Gnuivend bij het zien van het eerste prille groen en verrukt bij het weer uitlopen van de blakende bloesem. De maanden maart, april en mei zijn derhalve favoriet met de resterende negentig hoogtijdagen van de zomer nog als extraatje.

In die eerstgenoemde maanden wordt bij ons ook steevast de eeuwigdurende kalender van de muur gevist: een veelvuldig gekreukt boekwerkje dat bij alle dagen van het jaar een wetenswaardigheid meedeelt en die meestentijds ook feilloos klopt. Zo noteert hij bij maart, de lentemaand of buienmaand, en wel op 11 maart dat de tjiftjaf weer terug is van zijn winterverblijf. En dat wordt dan in dichtvorm meegedeeld: “Voor hen die hem goed verstaan, de tjiftjaf noemt zijn eigen naam”. Maar ook de zanglijster jubelt twee dagen verder. Tevens brommen de eerste hommelkoninginnen dan rond en de lieveheersbeestjes warmen zich massaal achter het glas. En ook U moet het deze dagen toch al een keer geroepen hebben: “Kijk, de eerste vlinder!”. Bij ons wordt er dan ook snel bij gezegd welke soort het is: een koolwitje is wat ordinair, maar de dagpauwoog of kleine vos is andere koek. En dat wordt allemaal keurig genoteerd in onze eeuwigdurende kalender.

Geurende de decennia van gebruik werden er bij ons ook allerlei sociale gebeurtenissen bijgeschreven, altijd aardig terug te kijken op welke datum er voor het eerst weer ‘s avonds werd gegeten zonder kunstlicht, maar met de zon door de raam. Dit jaar werd genoteerd dat maart nog nooit zo warm was geweest en dat er geen enkele maartse bui was gevallen. Weet U dat het in1993 met Pasen sneeuwde op 13 april en dat op diezelfde datum in 1991 de eerste lieflijke kleine eendjes dartelden in de vijver en dat we ook al de eerste vleermuizen hadden gespot? Grutto’s en kieviten zijn ook al waargenomen maar wie hoort er dit jaar als eerste de koekoek? De allereerste meikever zien is bij ons een ware competitie. De kever dient gefotografeerd te worden want dan pas is het bewijs geleverd. De eeuwigdurende kalender excelleert ook in meteorologische wijsheden: “In april gezaaid is in juli gemaaid.” En “Natte mei, boter in de wei.”, aloude spreuken waarin ik geloof. Ook voegen wij eigen “wijsheden” toe: “Als het regent in mei, is april voorbij..”

In ons gezin wordt deze kalender ook jaarlijks aangevulde met bijzondere evenementen of gebeurtenissen. Altijd leuk terug te lezen op welke datum de baby voor het eerst zindelijk was of wanneer je met roken stopte. Ook grote stormen of bijenzwermen staan keurig genoteerd. Ook data van overlijden van familieleden of kennissen worden genoteerd, helaas steeds vaker.  Dit weekeinde ga ik de natuur in en hoop dan op de waarneming van de eerste roep van de koekoek die dan genoteerd kan worden. Derhalve van harte aanbevolen; een eeuwigdurende kalender.

En vergis U niet:  eerder werd er dit jaar op 25 februari ook de aantekening gemaakt van; “Oorlog in Europa!” Het staat er geschreven . . . en met rood.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in