Home Columns DRUPPELS

DRUPPELS

In mijn straat zijn druppels aangelegd. Geen drempels, maar druppels. Zwart rubberen verhogingen met witte strepen erop. Ze vallen onder de categorie ‘snelheidsbeperkend straatmeubilair’. Er werd in mijn smalle woonstraat veel te hard gereden. Herman van Veen zong jaren geleden al:

‘Opzij, opzij, opzij

Maak plaats, maak plaats, maak plaats.

Wij hebben ongelofelijke haast.

Opzij, opzij, opzij,

want wij zijn haast te laat.

Wij hebben maar een paar minuten tijd.’

Dat nummer van de oude bard heeft niets aan actualiteit verloren. We leven in haastige tijden. We moeten van hot naar her, en liefst zo snel mogelijk. De duvel zit ons op de hielen.

Daarom reed er in mijn smalle woonstraat geen kip 30 kilometer per uur. Want opzij, opzij, opzij, want wij zijn haast te laat. Full speed naar de snelweg. En dan 130 rijden, nog even scheren in de fijne achteruitkijkspiegel, lippen stiften, mensen bellen.

In mijn straat toeterden wegpiraten driftig als een van de bewoners zijn kinderen staat in te laden. Dan staat er een portier open en kan er geen auto meer langs. Zo smal is mijn straat nu eenmaal. Maar wat moeten we dan? Onze lieverdjes dwars door het portier heen wrikken?

Maar nu zouden betere tijden aanbreken. We hebben nu druppels. Snelheidsbeperkend sraatmeubilair. Toch blijven het haastige opzij-opzij-tijden.

Als het maar geen druppels op een gloeiende plaat blijken te zijn.

Marie