Home Columns Cryptogram

Cryptogram

Peter Corvers

Wat doen boeren met lege stallen als zij stoppen met hun bedrijf? Welke activiteiten mogen er plaatsvinden? En hoe wordt voorkomen dat er in vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) ongewenste activiteiten gebeuren of nog erger: ondermijnende criminaliteit.  

De komende 10 jaar stoppen zo’n 30 agrarische ondernemers in Vught, Cromvoirt en Helvoirt. De gemeenteraad stelde op 7 maart het nieuwe VAB-beleid vast omdat de politiek de huidige regeling, overgenomen van de voormalige gemeente Haaren, te ruim vindt. De Natuur- en milieugroep Vught liet al eerder van zich horen. “Het platteland dreigt nu een bedrijventerrein te worden met loodsen, hallen en werven en dat past niet bij Vught”, riep Marente Lokin van de Natuur- en milieugroep in september tijdens de raadsdialoog over het VAB-beleid.

Maar wie in het buitengebied een kijkje gaat nemen bij boeren die gestopt zijn ziet geen enkele buitensporigheid. De beren die de Natuur- en milieugroep op de weg ziet, zoals ongepaste bebouwing, zijn er niet. Dat het buitengebied met het huidig beleid een industrieterrein dreigt te worden is nergens op gebaseerd.

De VAB-regeling moet ook aantrekkelijk zijn voor een agrariër anders blijven de stallen leegstaan of gaat hij er wat anders mee doen, zoals verkopen aan een andere boer. Dat vindt ook de ZLTO, al gebruikt die andere woorden voor hetzelfde: “Economische uitgangspunten moeten leidend zijn”, sprak Erik van Asten, afdelingsvoorzitter ZLTO tijdens de dialoog in september. En Van Asten zei nog iets. “Er moeten duidelijke kaders gesteld worden aan wat mogelijk is. De gemeente moet stappen durven te zetten.”

In het nieuwe VAB-beleid kiest de Vughtse politiek voor een gebiedsgerichte aanpak: zo mag in de Loonse en Drunense Duinen minder dan in agrarisch gebied. Maar de nota is verre van concreet, zoals de ZLTO zo graag had gewild. Raadslid Jan van Iersel (CDA) zei in de commissie bovendien dat 80 procent van de aanvragen niet binnen de gestelde kaders (afwegingsmatrix) passen terwijl maatwerk toch het uitgangspunt was bij het nieuwe VAB-beleid.  

Het nieuwe VAB-beleid kent veel mitsen en maren, veel slagen om de arm. De ambtenaren hebben er een cryptogram van gemaakt. Volgens de nieuwe regels moet de boer bereid zijn om buiten het eigen erf te kijken, om daar een meerwaarde voor de omgeving te creëren, en moet hij met andere partijen uitvogelen hoe die meerwaarde kan worden bereikt. “We verwachten een actieve houding van de initiatiefnemer, een open blik en, afhankelijk van de complexiteit van het initiatief, een langere doorlooptijd dan bij een regulier initiatief.” In de nota staat dat de boer ‘extra ontwikkelingsruimte’ kan verdienen, en dat het initiatief een ‘duidelijke meerwaarde’ moet hebben. Wat dat is blijft onduidelijk. Vervolgens moet de agrariër daar dan een tegenprestatie voor de omgeving tegenover zetten. En daar hangt weer een ingewikkelde rekenmethode aan vast met allerlei voorwaarden. Geen boer die er nog iets van snapt en hij is niet de enige…

Waar gaat het uiteindelijk om? 30 boeren in 10 jaar die stoppen, dus drie boeren gemiddeld per jaar. Daar tuigen Vughtse ambtenaren een heel circus voor op!

Waarom zou je niet simpelweg zeggen: ga met een boer die wil stoppen aan tafel zitten en bekijk wat in zijn situatie de mogelijkheden zijn. Betrek ook de omgeving daarbij. De wet geeft daarvoor regels. Maak het niet nodeloos ingewikkeld.