Home Columns Chantal

Chantal

Ton Wagenaars

Ik ga hem missen. Sterker nog, ik ga hem erg missen, onze burgemeester, onze eerste burger, ons hoofd van de politie en onze voorganger bij allerlei bijeenkomsten, festiviteiten, vergaderingen en jubilea. En ik had het gewaardeerde voorrecht om daar op gezette tijden getuige van te mogen zijn. Dan heb ik ook nog de eigenaardigheid om altijd mijn nieuwsgierigheid te focussen op de kleine minuscule details. Zo let ik op mimiek, pantomime en de wijze van bewegen of de omgang met de medemens. Dan viel zijn eclatante woordgebruik op, zijn erudiete wijze van spreken en het gemak waarmee hij mensen en groeperingen van allerlei pluimage aan zich wist te binden. Dat kon hij doen met een bijna legendarische souplesse met een fleem van de in alles aanwezige kwajongen, rebel, guit of deugniet. Gniffelend en grinnikend, met een aureool tussen Ciske de Rat, Tijl Uilenspiegel en Sjors van de Rebellenclub genoot hij intern van het verkeerd gebruik van onze Nederlandse taal of van het onjuist bezigen van spreekwoorden of gezegdes. Nooit was hij te lui om iemand te corrigeren of tot de orde te roepen, maar dan toch altijd op een wijze waarin de humor de overhand had. “Meneer de burgemeester, U maait mij het gras uit de mond…” of “ Na die opmerking, krab ik mij toch wel even achter de kiezen.. ”.

Heel veel bekwame notabelen mochten hem de laatste weken al lof toezwaaien en hem bewieroken en daar werden zo veel superlatieven bij gebruikt dat je bijna ging denken dat het over God de Vader of minstens God de Zoon ging. En onze prefect liet zich dat alles handenwringend welgevallen al zag een aandachtig connaisseur al meteen dat hij nauwelijks kon wachten om zelf het preekgestoelte te beklimmen, want dan kon hij als vanouds “los” gaan en daar genoot hij van.

Roderick

En zo zongen alle prominenten hun lofzang over onze burgemeester, het orakel van Vught en de profeet van de laatste decennia. En allemaal terecht waarbij niet vergeten werd dat zijn eega hem in alles ongetwijfeld met raad en daad had bijgestaan. Heel soms meen ik te mogen denken dat zij wel eens leidinggevend was, maar het zal ontkend worden. Meest frappante bij Van de Mortels episode was toch wel hoe de Vughtenaar in al zijn driften onze magistraat aansprak. Ik heb ervan genoten; voor menigeen was hij niet “meneer de burgmeester” of heer Van de Mortel, neen, hij heette Roderick en dat diende men altijd met een bekakte intonatie uit te spreken. Waarom was hij voor zovelen Roderick? Welaan, dan liet men zien dat men een nauwe band met hem had, dat men hem persoonlijk goed kende en uiteraard hij ook hen. Ze hadden zelfs een vriendschappelijke band, waren gewoon vrienden en eigenlijk mocht de burgemeester blij zijn dat hij hen kende: Ouwe jongens krentenbrood. Dat had onze gouverneur ook wel in de gaten, maar hij morde er niet om. Ongetwijfeld zal het gezin het euvel besproken hebben en wat zal men lol gehad hebben. Ik heb een kaartje voor hem klaar: “ Bedankt! Goede gedaan.!”

Het is nu wachten op een troonswisseling. Er komt een vrouwelijke burgemeester in mijn deftige dorp. Haar naam is Chantal Nijkerken ( 51) een frisse, zeer fraaie en punctueel verzorgde VVD- mevrouw, keurig gekapt met een flonkerend gebit waar je zo de missverkiezingen mee kan winnen. Met stralende Bambi-ogen en een innemend misdienaarskarakter kreeg zij de voorkeur van de vertrouwenscommissie en de raad. En ze had haar kennismakingspleidooi goed voorbereid met de bekende dooddoeners en voorspelbare clichés. Ze wist het direct, “ Vught past bij mij” en “ ik kreeg direct een kick met de vertrouwenscommissie waardoor ik zeker wist dat ik graag deel wilde uitmaken van de Vughtse gemeenschap.”  De commissie had ook een verlanglijstje opgesteld waarvoor de blauwdruk al decennia geleden geschreven moet zijn. Ze moest “ …capabel zijn, een overzicht kunnen behouden, prettig zijn in de verbinding en – niet onbelangrijk-  een energiek veranderaar zijn.” Verder natuurlijk empathisch, professioneel en zelfbewust. Zie daar onze nieuwe burgemeester. Ik kijk er naar uit haar te zien als zij haar schreden zet richting gemeentehuis of zo maar dwalend door de dorpskern of in de steeds zeldzamer wordende natuurgebieden. Mochten onze wegen zich dan eens gaan kruisen zal k minzaam knikken en mijn hand opsteken. Wellicht zwaait ze terug. Neen, ik ge haar niet direct tutoyeren met “Goedemiddag Chantal, kop koffie doen?” Neen, ook nu blijft het mevrouw de burgemeester of mevrouw Nijkerken. Ze krijgt in Vught vast nog heel veel vrienden en kennissen die haar gaan betitelen als Chantal, later Sjannie. Dan hebben ze weer een hechte band en zijn ze weer vrienden… Ik ga er weer op letten.