Theo Vorstenbosch
De kielen zijn weer opgeborgen, de pakken gelucht en tussen de mottenballen in de kast gehangen. De sjaals en attributen in de carnavalsdoos gestopt en vlaggen binnengehaald. Het is weer voorbij. Het mooie volksfeest zit erop. Ik heb de kranten erop nageslagen en de correspondenten getuigen van mooie optochten, vrolijke feesten en schitterende optredens. Prinsen en prinsessen die hun dorp of stad bij de hand nemen en er een echt volksfeest van maken. Een sfeer van vriendelijkheid, verbroedering, saamhorigheid, creativiteit een sfeer om samen heerlijk feest te vieren. Natuurlijk werden er ook wel hier en daar wat min-puntjes benoemd, maar die vielen in het niet bij alle positieve berichten over deze carnaval. De steden en dorpen, de organisatoren van carnaval en de horeca waren vooraf bezorgd m.b.t. de belangstelling voor en het verloop van de eerste “gewone” carnaval na de coronapandemie. Ik denk dat iedereen toch tevreden terug kan kijken.
Onze dorpen Dommelbaorzendurp, Keienspellersdurp en Kneutergat zetten natuurlijk ook hun beste beentje voor en ook dat leidde tot mooie dingen. Ieder dorp met eigen rituelen en gebruiken, eigen identiteit en mogelijkheden. Ieder dorp met een eigen mascotte waaromheen de festiviteiten plaatsvinden. Ik heb ontzettende waardering voor de mensen die de organisatie van die festiviteiten op zich nemen en alles in goede banen leiden. Je bent afhankelijk van de welwillendheid, betrokkenheid en inzet van je dorpsgenoten en medewerking van gemeente en horeca. Daarnaast ben je als organisatie ook afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen. Het grootste probleem zit hem vaak in het mobiliseren van de jeugd voor de carnavals activiteiten. Zeker als er bij de jeugd geen carnavalscultuur meer is zoals “vroeger”. Vanwege o.a. drie jaar lang geen carnaval, de trek van de grote stad en wintersport wordt de binding met carnaval in eigen dorp minder. In de artikelen in de krant lees je dat gelukkig in veel dorpen de jeugd het stokje overneemt van de ouderen en er een prachtig feest van maakt met mooie optochten en leuke activiteiten. Vaak betreft het dan wat kleinere dorpen met een hoge mate van saamhorigheid en een grote sociale cohesie en waar men opgegroeid is met meedoen aan carnavalsactiviteiten zoals optochten. Meestal zijn de condities daar ook gunstig en is er bijv. plaats om te ”bouwen”.
Wanneer we in onze dorpen dit volksfeest in eigen dorp in ere willen houden zullen we er met zijn allen iets voor moeten doen. In het ene dorp zal het makkelijker gaan dan in het andere omdat de omstandigheden en de historie anders is. We zullen goodwill moeten creëren bij overheid en horeca. Maar we zullen vooral de jeugd mee moeten nemen en ze uit moeten dagen om actief deel te nemen aan het feest door o.a. muziek te maken in de clubjes, mee te doen aan de optochten en andere activiteiten om op die manier samen heel veel plezier te maken en een lach op de gezichten van je dorpsgenoten te toveren.
En daarmee natuurlijk de voorpagina van de krant te halen.
Succes in 2024