Sander Wieringa
De regio bereidt zich voor op de herdenking van ‘1629 – de val van ’s-Hertogenbosch’. Mooi, elke aandacht voor geschiedenis maakt ons wijzer. Maar wat voor herdenking? Wordt het een feest? Wat de Bossche kasteleins betreft natuurlijk wel; Bosschenaren grijpen alles aan voor een feestje, zelfs dat ze vierhonderd jaar geleden in de pan zijn gehakt. Maar in plaats van een feestje lijkt mij een stemmig requiem over 1629 meer op zijn plaats. Zeker voor Vught.
Onlangs was ik bij een lezing van Jeff van Schijndel, oud-docent aan de Koninklijke Militaire Academie en schrijver van het kloeke boek ‘De onafwendbare val van ’s-Hertogenbosch’. Als militair beschrijft hij vooral de krijgsgeschiedenis van 1629. Maar ook het lot van de bevolking. En dan is zijn oordeel niet mals.
De vaderlandse geschiedenis ziet de tachtigjarige oorlog als onze nationale bevrijdingsoorlog. Holland tegen de Spanjaarden, voor godsdienstvrijheid, voor Oranje. Maar in de zuidelijke Nederlanden lag dat anders. De val van ’s-Hertogenbosch was hier eerder een bezetting dan een bevrijding. Frederik Hendrik onderwierp ’s-Hertogenbosch en de Meierij aan de Staten van Holland. De hertogen van Brabant – waarvan de koning van Spanje een nazaat was – gingen in de ban, evenals alle Meierijse gezagsdragers. Brabant werd een kolonie van Holland, bestuurd door Den Haag. Kloosters werden gesloten, monniken en priesters verjaagd, de Brabantse cultuur verdrukt.
Vught was driedubbel de klos. Want 1629 was de laatste – en enige succesvolle – poging om de Bossche moerasdraak te knechten. Tijdens meerdere eerdere belegeringen had Vught het hard te halen. De Staatse troepen waren bendes huurlingen en geteisem die erop los roofden, verkrachtten en moordden. De Spaanse troepen waren niks beter. Het was een totale oorlog waarin de winnaar overging tot vergelding en verwoesting. (Zoals het vandaag de dag nog steeds gaat…)
De 140 dorpen in de Meierij hadden voor de oorlog zo’n 200.000 inwoners, na de oorlog nog maar 120.000. Naar huidige maatstaven kun je dat genocide noemen. Frederik Hendrik, de Hollandse held, zou nu een internationaal arrestatiebevel van het Europese Strafhof aan z’n broek krijgen. Ook Willem van Oranje, architect van de tactiek van de verschroeide aarde.
Vught werd enkele keren verwoest en geplunderd. Iedereen vluchtte. Bij de belegeringen van Den Bosch werd Vught met geweld een legerplaats, 150 boerderijen werden gesloopt om een beter schootsveld te krijgen. In Cromvoirt bleef maar één huis overeind. Door al die troepen en rotzooi brak ook nog de pest uit, samen met honger en kou de grootste doodsoorzaak.
Jeff van Schijndel spreekt in zijn boek over het ‘boerenverdriet’. Zoals in elke oorlog wordt de ruzie tussen de machthebbers uitgevochten door en ten koste van arme drommels. Families raken alles kwijt, moeders blijven in tranen achter, als ze het al overleven. Laten we daar in 2029 maar aan denken en die Frederik Hendrik en zijn gespuis niet te veel eer verlenen.