
Nee, wees maar niet bang. De kop boven deze column is niét de inleiding tot een klaagzang richting gemeente, over wat ze u en mij nú weer hebben misdaan. Mijn columnistenradar werd dit keer namelijk geprikkeld door een opmerkelijk fenomeen: het alsmaar groeiende aantal maaltijdbezorgers in Vught. En ik besef me terdege dat die méér bezorgen dan alleen maar hamburgers, maar dan is die kop in elk geval verklaard. Mét een knipoog, want dat mag nou eenmaal in een column.
Maaltijdbezorgers dus. Ik wandel sinds begin maart elke avond met mijn vrouw een uurtje of anderhalf door Vught. En dan is er geen ontkomen aan. U kent natuurlijk allemaal die veelal jonge mannen die op fietsen, elektrische fietsen en scootertjes door de straten snellen om hun nog dampende pizza’s bij u thuis te brengen. Maar het aanbod aan bezorgers is nog vele malen groter. Zo heeft één van de Vughtse cafetaria’s een klein zwartje autootje rondrijden, dat je soms wel meerdere keren op een avond voorbij ziet suizen. En zo kijken mijn vrouw en ik tijdens onze avondwandeling steevast uit naar de vrolijke vlaggetjes, die het wagentje van de Spare Rib Express uit Den Bosch sieren. Dat dropt toch ook heel regelmatig een lading ribbetjes in Vught, net zo goed als de scootertjes van Domino’s veelvuldig in de richting van Sint Michielsgestel zoeven. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de bezorgers van Ava-Karas en van restaurant Arii’s, die eveneens her en der met hun auto’s opduiken in het straatbeeld. De eerlijkheid gebiedt me overigens te zeggen dat ik nog niémand heb gesproken die daadwerkelijk in dat laatste restaurant gegeten heeft. Maar misschien bezorgen die alleen maar …
Het zijn dus goede tijden voor thuisbezorgers. Maar zoals elke medaille heeft ook deze een keerzijde. Is het massaal bestellen van eten een gevolg van het feit dat er steeds minder gekookt wordt? Hebben we het met z’n allen zó druk dat we de tijd niet meer nemen om in de keuken te gaan staan? En dus maar ‘iets laten komen’? Voor de goede orde: ik ben geen kok, allerminst zelfs. Ik kan eten klaarmaken en dat is in mijn ogen toch écht iets anders dan koken. In Huize De Kort proberen we vier avonden per week gevarieerd, redelijk gezond en niet al te moeilijk te eten. Soms aardappels – vlees – groenten maar vaker een pasta- of rijstgerecht of een salade. En op donderdagavond friet. Een bescheiden kinderfriet, met één snack erbij, behalve dan voor mijn ruim twee meter lange oudste zoon. Die durft wel een gewone friet aan. Die friet wordt overigens niét bezorgd. Die gaan we gewoon halen bij Van Berkel aan de Vlasmeersestraat. En die komt altijd weer warm op tafel, na een welgemeend ‘Houdoe war’ van Cis. En dan fietsen we nog voorzichtig naar huis, om niet ondersteboven te worden gereden door een overijverige pizzabezorger. Shit, begon ik toch bijna als een bezorgde burger te klinken …